Een woordvoerder van de PKK, Abdul–Rahman al–Chadarchi, zei dinsdag dat een eenzijdig staakt–het–vuren dat de rebellen in juni afkondigden, wat hun betreft nog steeds overeind is. Hij zei dat zijn strijders echter niet zullen aarzelen om terug te slaan in het geval dat zij worden aangevallen.De Turkse overwegingen voor een militair offensief over de grens met Irak lijken serieuzere vormen te hebben aangenomen sinds zondag twaalf Turkse militairen sneuvelden in een hinderlaag van PKK–rebellen en nog eens acht soldaten werden ontvoerd. De PKK–woordvoerder bevestigde dat de acht in handen zijn van de rebellen, maar zei dat het nog te vroeg is om over hun vrijlating te onderhandelen.

Premier Recep Tayyip Erdogan waarschuwde vanuit Londen, waar hij de situatie met de Britse premier Gordon Brown besprak, dat Turkije niet eeuwig op de Iraakse regering kan blijven wachten om de rebellen in Noord–Irak aan te pakken. Het Turkse leger heeft de afgelopen week van het parlement de volmacht gekregen om militair tegen de PKK–strijders in Noord–Irak op te treden en heeft sindsdien versterkingen naar de grens gestuurd.

Onder de vele tegenstanders van de inval bevinden zich behalve Irak ook de Verenigde Staten en de Europese Unie. Zij vrezen dat de inval de situatie in het land en deze relatief rustige regio verder destabiliseert. Minister Babacan zei op de persconferentie met Zebari in Bagdad dat Turkije er niet op uit is om zijn historische en vriendschappelijke banden met Irak in gevaar te brengen omwille van een terroristische organisatie als de PKK. Zebari, zelf een Koerd, beschreef de huidige crisis daar als ‘ingewikkeld en ernstig’.

De Turkse krant Hürriyet citeerde dinsdag premier Erdogan, die na afloop van een telefoongesprek met de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Condoleezza Rice op zondag gezegd zou hebben dat deze een gezamenlijke Turks–Amerikaanse operatie tegen de PKK had geopperd. Het Amerikaanse leger heeft echter ontkend dat er plannen in die richting bestaan.