Roodborstje tikt tegen ’t raam van Vivara
VENRAY - Op de omslag van de catalogus met „natuurbeschermingsproducten” van Vivara staan een luidkeels zingend winterkoninkje, een roodborstje en twee mezen. Op pagina 2 en 3 kijken de bonte vliegenvanger en een boomklever de potentiële clientèle met een smeltende blik aan. De kring van liefhebbers die in Venray spullen bestelt, groeit met de dag.
Vivaradirecteur Jan Thomassen spreekt op pagina 2 de klanten aan. „Als natuurliefhebber streeft u naar een tuin waarin dieren het naar hun zin hebben; een tuin waarin niet alleen vogels vrij af en aan kunnen vliegen om voedsel te zoeken, een nest te bouwen en hun jongen groot te brengen, maar ook een tuin waar andere tuindieren zoals vlinders, egels en eekhoorns frequent een bezoek aan willen brengen.” Daarna volgen 84 pagina’s met voer, voersystemen, nestkasten, beplanting en badder- en drinkplekken voor alle genoemde dieren. Te verkrijgen via de bestelkaart en de website www.vivara.nl.Kim van de Ven (26) is „countrymanager Nederland en België” bij het groene verzendhuis. De geschiedenis van Vivara is jong: vier jaar. Daarvoor had Thomassen een bedrijf vlak bij het huidige: ook in tuinvogelproducten, waarmee hij tuincentra en dierspeciaalzaken voorzag van al het nodige op dat vlak.
Tijdens zijn zoektocht naar uitbreidingsmogelijkheden stuitte hij op het Britse bedrijf CJ Wildbird Foods Ltd in Shrewsbury bij Birmingham, specialist in postorders sinds 1988. „CJ Wildbird zocht een springplank voor het continent.” Sinds de kruisbestuiving plaatshad, beoefenen de twee bedrijven in nauwe samenwerking beide takken van zakelijkheid: groothandel en postordervariant, aan twee kanten van de Noordzee.
In augustus 2003 streek Vivara neer in Venray, op industrieterrein Keizersveld. Omdat de groei fors is, het aantal submagazijnen toeneemt en voldoende ruimte voor uitbreiding niet voorhanden is, verkast het bedrijf komend jaar naar Vierlingsbeek, één afslag eerder aan de A73, gerekend vanuit het noorden. „Daar past alles weer in één pand en kunnen we vooruit”, zegt Van de Ven.
Opvallend aan het Vivarabestelboek zijn de logo’s van Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Egelstichting en Natuurmonumenten op de kaft. Met de diverse organisaties werkt het bedrijf op verschillende manieren samen. Van „innig” met de Vogelbescherming tot „heel pril” met Natuurmonumenten en alles wat daartussen zit met andere clubs.
De samenwerking met de Vogelbescherming bestaat hierin dat leden nadrukkelijk wordt gewezen op de Vivaraproducten, die „superieur zijn” aan wat op andere plaatsen te koop is, zegt Van de Ven. Vivara op zijn beurt verkoopt -bijvoorbeeld- emmertjes met daarin voer, vetproducten en een voersilo plus een lidmaatschap van de Vogelbescherming. Het voordeel is wederzijds. „Want van de Vivaraomzet wordt een vast percentage afgedragen aan de Vogelbescherming.”
Waarom de producten zo bijzonder goed zijn, mag Van de Ven uitleggen. Want de prijzen in de catalogus zijn hoger dan wat elders wordt gevraagd voor min of meer vergelijkbare hoeveelheden of formaten. „Wij kijken puur naar de behoeften van de dieren. Het voer biedt gegarandeerd de beste voedingswaarde. Onze vetproducten leveren door hun samenstelling veel meer energie dan de goedkope ”vier-voor-een-euro”-bulk die bij een supermarkt ligt.”
Omdat goed altijd beter kan, doet Vivara aan „researchprojecten”, samen met vogelwerkgroepen, zoals die voor uilen en voor zwaluwen. Daar komen aardige dingen uit, zegt ze. Zo zijn vorm en kleur van de broedkommen voor zwaluwen een rechtstreeks resultaat, en de keuze voor zwarte zonnepitten in plaats van de gestreepte. „De kernen van de zwarte bevatten meer olie en ze zijn voor kleine vogels gemakkelijker te openen.”
Ook ontwerp en materiaalkeuze van netjes en silo’s doen er zeer toe, zegt de Vivaravrouw. „In onze pindasilo’s blijven vogels niet haken met hun pootjes. Ze kunnen er ook geen hele pinda’s uithalen waarin ze zouden stikken.”
Was de omzet in Nederland en Duitsland in het eerste jaar zo’n 3 à 4 ton in euro’s, in het vierde jaar is dat ruwweg vertienvoudigd. In die twee landen wordt 70 procent van de omzet gemaakt, in België, Frankrijk, Oostenrijk en Denemarken de rest. Zweden kwam er dit jaar bij, andere landen zullen volgen. „We beginnen altijd bescheiden, met een bijsluiter in tuinbladen.” Inmiddels zit het personeelsbestand in Venray op ruim vijftig, bij het callcenter zijn alle benodigde talen voorhanden.
De diverse typen broedkastjes van FSC-hout komen uit Litouwen, de voersilo’s worden in China gemaakt, alle voer en vetten komen via het Verenigd Koninkrijk, waar de hoogste standaard op dit gebied geldt. Van de Ven: „Mensen die eenmaal bij ons kochten en in hun tuin zagen hoe goed iets werkt, blijven terugkomen. We voeren ook geleidelijk steeds grotere verpakkingen in, om daarmee de prijzen te kunnen drukken.”