Kamerling als voorbeeld voor een prinses
DEN HAAG - Stilzitten in de kerk valt soms niet mee voor kinderen. Ook niet als ze Oranje-Nassau heten. Dat bleek zaterdag tijdens de dienst in de Haagse Kloosterkerk waarin prinses Ariane werd gedoopt.
De kamerling uit Candacé staat tijdens de dienst centraal. Niet alleen in woord -prinses Margriet doet de Schriftlezing uit Handelingen 8- maar ook in beeld. Naast de lezenaar van waarachter de Wassenaarse predikant, ds. D. van der Boon de dienst leidt, hangt Rembrandts schilderij van de doop van de Ethiopische hoge ambtenaar. De predikant wijst op de manier waarop de man onder de handen van Filippus geknield zit bij het water. „Of is zijn geknielde houding er ook één van bijna mogen opstaan - opnieuw opgericht, door de doop die hij ontvangt?”Naast Filippus likt een hond van het doopwater, zegt de predikant wijzend op het schilderij. „Teken van Gods verbond. Ook voor hem bestemd. Daar geschilderd, mogelijk een verwijzing naar een verhaal dat Mattheus vertelt en waarin een vrouw, een vrouw uit de heidenen, ervaart dat Jezus’ bewogenheid ook háár geldt.”
De predikant haalt ook een herinnering op uit een gesprek dat hij met de prins en zijn vrouw had; toen ze nadachten over geloof en opvoeding. „U werd plotseling sterk afgeleid. Want uw oog viel ineens op een groep beuken waarvan er één behoorlijk scheef was gezakt. Het hield ons als een soort intermezzo even bezig, waarbij u een laatste opmerking maakte over grondwaterstand en: „beuken wortelen nu eenmaal niet diep.” Zonder dat we daarop hadden aangestuurd, raakten we daarmee aan datgene waarover we eigenlijk aan het spreken waren: hoe belangrijk het voor ons is, om bij de bron van jouw mens-zijn te kunnen komen en hoe belangrijk het is, dat je vanuit je wortels die bron ook gedurende héél je leven kunt bereiken.”
Verderop in zijn overdenking trekt de predikant die lijn door naar de Ethiopische kamerling. „Hij is gaan begrijpen dat ook hij met zijn leven wortelt aan de bron die Gods bewogenheid en onvoorwaardelijke liefde is”, verklaart de voorganger. Woorden als zonde en genade laat hij liggen.
Slaapliedje
Nadat een Hebreeuws slaapliedje heeft geklonken, brengt Máxima’s zus Inés de dopeling binnen. Een rij kinderen volgt. Voorop de zusjes Amalia en Alexia, in roze jurkjes met zwarte lakschoentjes. Verder kinderen van prinsen Friso en Constantijn en van vrienden. Ze mogen plaatsnemen op kussens met een A erop die op de trappen naar het koor liggen. Koningin Beatrix kijkt toe.
Even gaat het goed, maar als snel is het feest en hebben de kleintjes in de gaten dat de kussens mooi speelgoed zijn. Vooral Casimir, zoontje van prins Constantijn, maakt het bont. Hij springt en gooit met de kussentjes en uiteindelijk moeten zelfs de bloemsierstukken er aan geloven. Vermanend optreden van zijn vader helpt niet veel. De woorden van de predikant maken ook geen indruk. De kleine Oostenrijkse gravendochter Sophie zu Waldburg-Zeil-Hohenems is de enige die heel de doopplechtigheid rustig bekijkt vanaf haar kussen.
Voor de doop giet prinses Amalia Jordaanwater in het doopvont. Vrienden van het prinselijk paar hebben dat voor ze meegebracht. „Zou dat genoeg zijn?”, vraagt de predikant. Nee, vindt Amalia. „Dan doen we er nog wat bij.”
Na de doop -de kinderen kijken aandachtig over de rand van doopvont- zegent de predikant de kleine Ariane. „Gezegend je mond dat die lachen mag”, zegt ds. Van der Boon, terwijl de kleine prinses een flinke huilstem opzet. Als dooptekst krijgt zij mee: „Want God de Heere is een zon en schild.”
Kinderbedtijd
De peters en meters spreken hun wensen uit. Erfhertog Guillaume wenst Ariane de genade van God toe en wenst dat de Heere haar ouders wil zegenen. De andere wensen blijven in het horizontale steken.
Dan hebben de kleintjes het helemaal gehad. Amalia ligt op haar rug voor het doopvont en plukt aan de zwarte toga van ds. Van der Boon. „Het is kinderbedtijd”, concludeert die en roept kinderen van de kerk in Wassenaar en Den Haag naar voren. De Wassenaartjes bieden de ouders van Ariane een ooievaar aan: „Een uitnodiging om naar de kindernevendienst te komen”, licht de jongen enthousiast toe. Van de Haagse kinderen krijgen prins Willem-Alexander en prinses Máxima een kinderbijbel.
De 850 gasten verlaten de kerk weer. Onder hen premier Balkenende, de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer. Ook minister Rouvoet was er, als enige ’gewone’ minister; vanwege zijn portefeuille van Gezins- en Jeugdbeleid. Een mooi gebaar.
Verder gaan leden van de hofhouding, de chef van de strijdkrachten, Berlijn, mensen uit de water- en microkredietwereld naar de uitgang. Ook Willem-Alexanders voormalige vriendin, Emily, loopt er tussen. Haar man is een goede vriend van de prins.
De naaste familie en vrienden gaan naar paleis Noordeinde, voor een dejeuner. Dat een aantal Apeldoornse prinsen verstek laat gaan, blijkt te maken te hebben met een bruiloft in de familiekring.
Buiten protesteren enkele tientallen demonstranten tegen de aanwezigheid van vader Zorreguieta bij de doop. Ze steken hun borden nog een keer omhoog en schreeuwen leuzen. Weinig mensen lijken te luisteren, er zijn meer blikken van verbazing.
Zie voor de volledige tekst van de overdenking www.koninklijkhuis.nl.
Klik hier voor meer foto’s van de doopdienst.