Goudpiraten in Welkom lopen veel risico
WELKOM (AP) - In het Zuid-Afrikaanse mijnstadje Welkom kwam goudpiraat Thobela Booi aan zijn einde. Hij was een van de honderden wanhopige, clandestiene mijnwerkers die willen profiteren van de hoge goudprijs.
Vijftienhonderd meter onder de grond stierf Booi (30) door het inademen van rook die werd veroorzaakt door een brand. Hij was geld aan het verdienen om zijn vrouw en kind te onderhouden. Zes weken werd hij vermist voor zijn lichaam werd gevonden. Het werd neergelegd bij mijnschacht nummer 8 van de St. Helena Goudmijn, buiten Welkom, tussen de lichamen van 24 andere goudpiraten. Hun kameraden die levend boven waren gekomen hadden anoniem de politie gebeld.De risico’s die de goudpiraten (in Zuid-Afrika”zama-zamas” genoemd) wensen te nemen, nemen evenredig toe met de stijging van de goudprijzen. Weken en soms maanden brengen ze ondergronds door. Voedsel, drinken en zelfs de post wordt hun door loopjongens gebracht. Clandestiene mijnactiviteiten in Zuid-Afrika leveren naar verluidt jaarlijks 250 miljoen dollar op, maar de zama-zamas zien weinig terug van dat geld. Ze worden meestal in dienst genomen door bendes binnen de georganiseerde misdaad, die het goud doorverkopen naar Zwitserland.
Niet zelden brengen de goudpiraten legale mijnwerkers in gevaar. Ze zijn vaak gewapend met revolvers en eigengemaakte granaten, en sommigen van hen roken ondergronds en koken op gasovens - zelfs in de buurt van licht ontvlambaar methaangas. Goudpiraten zijn bijna per definitie geen kundige mijnwerkers. Vaak graven ze maar wat op goed geluk, waardoor ze het instortingsgevaar vergroten. Hun aantal in de mijnen van Welkom is moeilijk in te schatten, maar mogelijk zijn het er duizend.
De goudpiraten winnen goud uit het erts met behulp van het giftige kwik - vaak als ze nog onder de grond zijn, maar ook in illegale laboratoria. In het G Hostel, een stuk grond met bungalows aan de rand van Welkom, staan veel van die laboratoria. Een dag na een politie-inval in het hostel kregen verslaggevers zinken platen te zien waarop kwik wordt verhit.
De autoriteiten pogen iets te doen aan het probleem van de illegale mijnwerkers. Eind september arresteerde de politie in Welkom 120 goudpiraten op het moment dat ze bovenkwamen. Waarschijnlijk waren ze een ondergrondse brand ontvlucht. Maar de goudpiraten zullen niet verdwijnen zolang de armoede in Zuid-Afrika groot blijft. Een kwart van de bevolking zit zonder werk. Een mijnwerker die zijn naam niet wilde noemen maakte bovendien duidelijk waarom het probleem moeilijk te bestrijden is. „In een mijn is het soms lastig om te weten naast wie je werkt. Het is zo donker.”
Ook de legale mijnwerkers zijn niet te benijden. Ze worden slecht betaald, slechter dan in enig ander industrieel beroep, zegt May Hermanus, mijnbouwexpert aan de universiteit van de Witwatersrand en voormalig mijninspecteur. „Ondergrondse mijnwerkers doen heel gevaarlijk werk en verdienen toch minder dan de gemiddelde industriearbeider, terwijl mijnwerkers in andere landen veel meer verdienen dan andere industriearbeiders.” De lage lonen zijn een erfenis van de apartheid in Zuid-Afrika. De meeste mijnwerkers zijn zwart.
Legale mijnwerkers lopen ook steeds meer risico, omdat de jacht op goud zich op steeds grotere dieptes voltrekt. Gold Fields, na AngloGold Ashanti het op één na grootste mijnbedrijf van Zuid-Afrika, gaat een nieuw record vestigen door zijn mijn in Driefontein uit te diepen tot meer dan 4120 meter. Ter vergelijking: de diepste mijn buiten Zuid-Afrika ligt in het Canadese Ontario en is 2424 meter diep. Eerder deze maand kwam in de mijn van Driefontein een werker om op 3 kilometer diepte, als gevolg van een aardschok.
Zuid-Afrika is sinds 1886 voor goudzoekers het mekka van de wereld, toen in wat nu Johannesburg is een omvangrijke goudader werd ontdekt. Destijds kon het goud met de hand worden gewonnen. Op haar hoogtepunt, in 1970, leverde de Zuid-Afrikaanse goudindustrie ongeveer 80 procent van de wereldwijde goudvoorraad.