Amalia en haar zusjes krijgen poppenpaleis
De grote Arnhemse poppenhuizenbeurs heeft dit jaar een koninklijk tintje: twee poppenhuizen van en voor de Oranjes.
In de Rijnhal staat volgende week vrijdag en zaterdag allereerst het poppenhuis dat de twaalfjarige prinses Wilhelmina in 1892 van de stad Groningen kreeg. Het poppenhuis heeft de vorm van het statige Groninger stadhuis. De prinses schonk het na vijf jaar terug aan de Groningers door het aan hun museum te geven. Het poppenhuis staat echter veelal in een depot opgeslagen.Op de „grootste poppenhuisbeurs van Europa” is ook Het Kleine Loo te zien. Dit bijzondere poppenhuis is geïnspireerd op Paleis Het Loo in Apeldoorn. Het heeft zes grote kamers, een trappenhuis, een zolder en een souterrain met keuken, een binnentuin en stal. Het huis meet 151 bij 150 bij 61 centimeter. Drie jaar lang is aan het paleisje gewerkt door meer dan honderd miniaturisten.
Het huis is gebouwd in opdracht van het poppenhuizentijdschrift Dolls House Nederland. De uitgever wil het in november aan prinses Máxima aanbieden voor haar kinderen. De beurs (www.arnhem-poppenhuisstad.com) biedt de enige kans het huis te zien, zeggen de organisatoren.
Het Kleine Loo bevat bijzondere details. Er zijn parketvloeren gelegd, de keuken heeft plavuizen en voor de statige bibliotheek is een spiegelplafond gemaakt. Het grote trappenhuis heeft kroonluchters, in de entree staan twee piramidevormige tulpenvazen van Delfts porselein en op de Hollandse waszolder hangt koninklijk linnengoed.
Het poppenhuis is gevuld met herinneringen aan voormalige bewoners van Paleis Het Loo en past in de traditie van de Nederlandse kabinethuizen uit de 17e en de 18e eeuw, zo zeggen de initiatiefnemers van het poppenpaleis.