Waddenzee wordt steeds zoeter
Het water in de Waddenzee wordt zoeter. Dat komt doordat er via de sluizen in de Afsluitdijk steeds meer rivierwater in de zee stroomt.
Dat blijkt uit onderzoek van dr. H. van Aken van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ). Van Aken schrijft daarover in een begin oktober verschijnende speciale aflevering van het wetenschappelijke tijdschrift ICES Marine Science Symposia.
De afgelopen 140 jaar is de gemiddelde hoeveelheid zoet water in de Waddenzee verdubbeld. Dat komt door een sterke toename van de watertoevoer uit het IJsselmeer. De laatste zeventig jaar is de afvoer van de IJssel verdubbeld. De oorzaak is menselijk ingrijpen in de loop van de Waal, de Nederrijn en de IJssel, onder andere om de IJssel beter bevaarbaar te maken.
Het NIOZ meet sinds de jaren zeventig behalve het zoutgehalte en de watertemperatuur ook de hoeveelheid plankton en de samenstelling van het plankton. Het KNMI verrichtte daar al sinds 1861 systematisch metingen van het zoutgehalte.
Van Aken stelt dat met de grotere toestroom van rivierwater de Waddenzee ook steeds meer meststoffen krijgt aangevoerd, vooral nitraat en fosfaat. Dit wordt nog versterkt doordat de rivieren zelf steeds meer meststoffen bevatten. Bovendien is het zelfreinigend vermogen van het IJsselmeer afgenomen. Een halve eeuw geleden werd ongeveer 70 procent van de aangevoerde stikstofverbindingen afgebroken. Nu is dat volgens Van Aken nauwelijks 50 procent.
Het plankton in het IJsselmeer is niet meer in staat de grote hoeveelheden nitraat op te ruimen. Dat komt onder meer doordat het watervolume van het IJsselmeer is afgenomen na de afsluiting van het Markermeer.
Ook de algenbloei neemt toe. Het lagere zoutgehalte zelf heeft weinig invloed op de samenstelling van het leven in de Waddenzee. Per seizoen vertoont het zoutgehalte van de Waddenzee sterke schommelingen.