Wim Zaal schreef een overzicht van „wat iedereen moet weten over Bijbel, christendom en kerkelijke feesten.” De belangrijkste geschiedenissen uit Oude en Nieuwe Testament staan naast een beknopt kerkhistorisch overzicht: van Abraham (1800 voor Christus) tot de vorming van de PKN (2004). Met name geschikt voor lezers die niet kerkelijk zijn opgevoed. In kort bestek geeft de schrijver een overzicht van een aantal Bijbelse geschiedenissen. In 25 bladzijden wordt een aantal gebeurtenissen beschreven van het Oude Testament. Over het algemeen heel beknopt, bijvoorbeeld zes pagina’s over het boek Genesis, drie over Exodus, drie over de tijd van de koningen enzovoort. Ook wordt enige aandacht gegeven aan de apocriefe boeken.

Vervolgens worden in 28 pagina’s de belangrijkste feiten van het Nieuwe Testament beschreven. Hiervan worden twintig bladzijden gewijd aan het leven van Jezus, de Zoon van God. In deze paperback wordt de gehele Bijbel samengevat in 54 bladzijden. Dat dit alleen fragmentarisch kan, zal duidelijk zijn. Het geheel is vlot en boeiend geschreven, maar door de sterke samenvatting geeft het boekje niet meer dan een beperkt aantal geschiedenissen.

Overigens, de schrijver gebruikt de begrippen ”verhaal” en ”geschiedenis” als synoniemen. Toch is het belangrijk om die twee goed te onderscheiden: een verhaal is een vertelsel, dat niet precies zo gebeurd hoeft te zijn. Een geschiedenis daarentegen is gebeurd zoals verteld of beschreven wordt: „Het is geschied.” Dat is wezenlijk anders dan: „Er wordt doorverteld” of „Het verhaal gaat.” Daarmee wordt twijfel over het waarheidsgehalte van een gebeurtenis gezaaid.

Na de Bijbelse geschiedenissen wordt in twintig bladzijden een zeer beknopt overzicht gegeven van de kerkgeschiedenis van Abraham (1800 voor Christus) tot de vorming van de PKN (2004). Voor iemand die snel iets over een bekende kerngebeurtenis uit de kerkgeschiedenis wil weten, of die de opeenvolging van gebeurtenissen snel helder wil krijgen, is dit handig. Maar door de beknoptheid verliest de weergave van de vele gebeurtenissen uiteraard ook aan diepgang.

Daarna wordt in dertig bladzijden een twintigtal kerkelijke zaken via trefwoorden in alfabetische volgorde omschreven. Het boek wordt afgesloten met de beschrijving van het ontstaan van het kerkelijk jaar, in een achttal bladzijden. Als bijlage worden nog enkele pagina’s gewijd aan christelijke basisteksten, zoals de Wet des Heeren, de Bergrede, het Onze Vader, de Apostolische Geloofsbelijdenis en enkele rooms-katholieke teksten.

Samenvattend: een vlot, maar zeer beknopt overzicht wordt geboden van „wat iedereen moet weten over Bijbel, christendom en kerkelijke feesten.” Als ik naar de summiere inhoud kijk, schijnt het mij toe dat vooral mensen die niet bij de Bijbel opgegroeid zijn hiermee een gemakkelijk boekje in handen hebben om snel een indruk te krijgen van waar het in de Bijbel en in het christendom om gaat. Zij die wel bij de Bijbel zijn opgevoed zullen slechts enkele wetenswaardigheden aantreffen die zij niet (meer) paraat hebben.