Bilal B. leek volgens kliniek niet gevaarlijk
AMSTERDAM (ANP) – De Valeriuskliniek in Amsterdam zegt dat Bilal B. niet gevaarlijk leek toen hij afgelopen weekeinde opgenomen was. „Hij stond bekend als een vriendelijk en coöperatief iemand", aldus bestuurder Van Ewijk van de stichting Buitenamstel Geestgronden, waar de Valeriuskliniek onder valt. „Hij gedroeg zich niet agressief".
Van Ewijk zegt dat er goed contact is tussen de kliniek en de familie van Bilal en verwerpt suggesties dat de verhouding slecht zou zijn.De familie zei maandag in een verklaring ontevreden te zijn dat Bilal in augustus al na een paar maanden onder voorwaarden werd ontslagen uit de inrichting, nadat hij in april op last van de rechter met psychische klachten was opgenomen. „Hij maakte nog niet de indruk helder te zijn en klaar te zijn om weer in de maatschappij terug te keren", aldus de familie.
Buitenamstel Geestgronden en de familie kwamen dinsdag met een gezamenlijke verklaring waarin ze gang van zaken toelichten. Daarin zeggen ze dat Bilal zich afgelopen donderdag op eigen verzoek en op aandringen van de familie bij de kliniek meldde met suïcidale klachten.
Hij werd opgenomen op een gesloten afdeling van de Valeriuskliniek. Daarbij besloot de eerste geneeskundige in een gesprek met Bilal dat het ontslag van augustus werd ingetrokken, aldus de verklaring. Er kwamen voorts afspraken over de bewegingsvrijheid die hij zou kunnen genieten, ondanks het feit dat de opname gedwongen was.
Op zaterdag heeft Bilal volgens Van Ewijk binnen de kliniek het Suikerfeest gevierd en niet daarbuiten, zoals justitie eerder berichtte. Zondag ging hij op eigen verzoek onder begeleiding naar buiten. „Maar op een gegeven moment is hij keihard gaan lopen", zegt Van Ewijk.
Nadat hij zich aan zijn begeleider had onttrokken, verwondde de 22-jarige B. twee agenten op het politiebureau aan het August Allebéplein in het Amsterdamse stadsdeel Slotervaart. De agente die gewond raakte, schoot hem daarna dood.
Buitenamstel Geestgronden zal nader onderzoek laten verrichten naar het verloop van de gebeurtenissen en de besluiten die door hulpverleners zijn genomen. De stichting rapporteert de conclusies aan de Inspectie voor de Geestelijke Volksgezondheid.