Verburg breekt lans voor voedselproductie
DEN HAAG (ANP) – De zoektocht van rijke landen naar duurzame energie mag niet ten koste gaan van de voedselproductie in arme landen. Dat stelde minister Verburg (Landbouw) dinsdag op Wereldvoedseldag tijdens een bijeenkomst in Den Haag over de gevolgen van het stimuleren van biobrandstoffen voor landbouw, milieu en voedselzekerheid.
„Het is toch volstrekt onacceptabel dat vele honderden miljoenen mensen te weinig te eten hebben terwijl er in principe genoeg voedsel voor iedereen beschikbaar is?", vindt Verburg. Ze kondigde aan dat zij en haar collegaminister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) de ontwikkeling van landbouw en platteland in vooral Afrika extra gaan steunen.Verburg verwacht dat ook ontwikkelingslanden wel varen bij de duurzame productie van energiegewassen die kan leiden tot een gevarieerde landbouw en stijgende inkomsten.
„De mond of de motor? Het zijn lekker bekkende slogans, maar ze verhullen niet dat we ons gesteld zien voor fundamentele keuzes", aldus Verburg die aangaf dat biobrandstoffen „wel bittere noodzaak worden, een voorwaarde voor de instandhouding van de welvaart en de economische groei in onze contreien". Tegelijk vindt ze dat het afgelopen moet zijn met de honger in de wereld.
De hoop is daarbij vooral gevestigd op de tweede generatie biobrandstoffen, die duurzaam gewonnen kan worden uit biomassa. De eerste lichting is gemaakt uit landbouwproducten. Verburg: „Producten dus die ook als voedsel kunnen worden gebruikt. Denk aan rietsuiker, koolzaad, granen, maïs en aardappels. Dat draagt inderdaad het gevaar in zich dat de voedselproductie in de knel komt".