Alleen omslag in cultuur kan onderwijs redden
Dr. Ewald Mackay gooit vijf stenen in de onderwijsvijver. Hij hoopt vooral op een cultuuromslag.
Er woedt in Nederland een discussie over het onderwijs. Politici, beleidsmakers, onderwijskundigen en columnisten schrijven en spreken erover. Als leraar heb je voortdurend het gevoel dat naar jouw mening niet wordt gevraagd. In dat licht heb ik besloten om nu eens als leraar een bijdrage aan het onderwijsdebat te leveren. Ik heb vanuit dat perspectief een boek geschreven over het onderwijs: ”Meesterschap in spiegelbeeld”. Vanuit dat boek wil ik vijf stenen werpen in de onderwijsvijver.1. Ik hoop op een nieuwe beroepstrots van de leraar als leermeester. De leermeester is een spiegelgestalte: via hem en via de cultuur of natuur waarover hij spreekt ziet de leerling of student zichzelf in de spiegel: wie ben ik en hoe sta ik in de wereld? Lesgeven is een onvoorstelbaar spiegelmoment. Als over deze drie spiegels het licht valt, kun je soms een staat van genade ervaren. Vorige week gebeurde dit ons nog. Ik sprak met de studenten over C. S. Lewis en het lijden. De dag erna hoorde ik dat de vader van één van hen plotseling was gestorven. „Dan ineens komt deze les wel heel dicht op je huid”, zei een studente. In alle verdriet is dat een overstijgend moment. Dat overstijgend moment is ten diepste waar elke leraar en elke leerling naar verlangt. Dan raak je aan het geheim der dingen zelf. Dit geheim van het leraarschap zou ik willen duidelijk maken aan de wereld. Wij leraren zelf moeten het ook koesteren en met moed en kracht ons werk doen en ook zelf steeds naar de bron gaan als we anderen water willen geven.
Ruimte
2. Ik hoop op een nieuwe ruimte voor de leraar binnen het schoolbeleid. Als de leraar het hart van het onderwijs is, dan moeten schooldirecties en schoolbesturen hem zo veel als mogelijk is inhoudelijke en ook beleidsmatige ruimte geven. Ik wil als leraar begrip hebben voor de zware last van directies om de school overeind te houden, maar ik wil ook dat directies de moed hebben om een eigen weg voor hun school te gaan en hun leraren te beschermen tegen de waan van de dag. Alleen als onderwijs van binnenuit en op langzame wijze verandert volgens de groeiwijze van de boom, kan het verwortelen in de schoolhof zelf.
- Ik hoop dat de overheid nu echt wakker wordt. Meer dan 25 jaar lang heeft zij het leraarsberoep financieel en facilitair uitgehold. Ik zie het rapport ”Leerkracht” van de commissie-Rinnooy Kan en de reactie daarop van minister Plasterk in dit verband als een beginnend licht in de tunnel: zowel de hoog opgeleide leraar als de leraar in de zwaarste categorieën van het vmbo worden hier eindelijk serieus genomen. De begroting van 2008 stelt echter weer teleur. Ik hoop dat het minister Plasterk lukt om zijn collega-ministers te overtuigen dat er meer nodig is dan een douceurtje.
Permissiviteit
4. Ik hoop bovenal dat er een omslag in de cultuur komt. Naast vele goede eigenschappen van onze jongeren -zoals openheid en onbevangenheid- tonen zij steeds vaker agressie en respectloosheid jegens leraren. De oorzaak hiervan is de opvoedende generatie zelf met haar eindeloze permissiviteit (”alles moet kunnen”) die men tolerantie noemt, maar die ik gesublimeerde onverschilligheid noem. Moderne permissiviteit leidt niet tot beschaving; liefdevolle gestrengheid en innerlijke kracht doen dat wel. Ten diepste gaat het hier om een ontsnappen aan het platte vlak van de moderne cultuur. „Een cultuur zal metafysisch zijn of zij zal niet zijn” (Huizinga). Als hierin geen verandering komt, dan vrees ik dat het onderwijs ook niet zal veranderen. Juist dit element mis ik node in het genoemde rapport van Rinnooy Kan en in de meeste onderwijsdiscussies.
- Ik hoop dat in de reformatorische wereld ook een cultuuromslag komt. Jongeren in onze wereld zijn, evenzeer als moderne jongeren, open en onbevangen en dat waardeer ik zeer. Maar ook zij kennen in nogal wat gevallen agressie jegens leraren. Hier is naar mijn overtuiging niet alleen de tijdgeest maar ook de gereformeerde passiviteit debet aan: veel jongeren denken vanwege de brede kloof tussen het erf van het verbond en het innerlijk geloof dat het geloof toch niet voor hen is en ze ”keten” er dan ook maar vrolijk op los in en buiten de school.
Aldus gooi ik mijn vijf stenen in de vijver. Het is vijf voor twaalf, maar het is niet verboden om te hopen.
De auteur werkte in het voortgezet onderwijs en is momenteel docent aan hogeschool Driestar educatief.