„Kredietmalaise kan redding zijn voor IMF”
AMSTERDAM - Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) kan garen spinnen bij de huidige crisis op de financiële markten, meent de Tilburgse hoogleraar economie Sylvester Eijffinger. Het IMF zou als mondiale toezichthouder op de financiële markten nieuwe inkomsten kunnen genereren en zo tegelijk iets doen aan zijn eigen, verslechterde inkomenspositie.
Komende week houden het IMF en de Wereldbank in Washington hun jaarvergadering, waarbij onder meer de inkomenspositie van het fonds wordt besproken. De inkomsten van het IMF zijn afgenomen, doordat veel landen hun IMF-kredieten versneld hebben afbetaald. Zij hebben zelf grote reserves opgebouwd en hebben de kredieten van het IMF op dit moment niet nodig. Het fonds zoekt daarom naar nieuwe middelen.Als toezichthouder op de financiële markten zou het fonds nieuwe inkomsten kunnen genereren, zegt Eijffinger. Door de crisis op de kredietmarkten zijn onder meer banken en hedgefondsen in de problemen gekomen. Zij hebben vaak tegen beter weten in grote risico’s genomen door te beleggen in producten die zijn afgeleid van de Amerikaanse hypotheekmarkt. Nu vooral armere mensen hun hypotheek niet meer kunnen afbetalen, zijn veel van die producten veel minder waard geworden. De crisis zal de economische groei mogelijk afremmen.
Een beter toezicht op de financiële markten is dus hard nodig en het IMF zou in dat gat kunnen springen, zegt Eijffinger. Volgens hem functioneert het toezicht op de banken op zich goed. Deze taak is in handen van de zogeheten Bank voor Internationale Betalingen (BIB), die in Basel in gevestigd. „Dit is echter niet voldoende, want er zijn op de financiële markten nog veel meer spelers.”
De econoom noemt het geheel van financiële toezichthouders in Europa zoals de AFM een lappendeken. „De vraag is nu: wie bewaakt de bewakers? Dat kan alleen op wereldniveau. Het IMF zou een coördinatietaak op zich kunnen nemen.”
Het IMF moet voor zichzelf nieuwe taken formuleren op een moment dat de wereld schreeuwt om beter financieel toezicht, zegt Eijffinger. „Als bank lijkt de rol van het IMF voorlopig uitgespeeld.”
Eijffinger wijst erop dat pensioenfondsen al een vorm van toezicht kennen, waarbij zij in ruil daarvoor een klein deel van hun inkomsten afstaan. „Bij de financiële markten zou zoiets ook mogelijk moeten zijn. Je praat over een soort publiek goed. Een goed toezicht geeft vertrouwen aan de markt en aan het financiële systeem. Dat is in ieders belang.”
Het debat over de inkomenspositie van het fonds is onderdeel van een breed hervormingsproces dat het IMF is ingeslagen. Het IMF zette eerder al een speciale commissie aan het werk die zich over de inkomsten moest buigen. De commissie onder leiding van Andrew Crocket bracht begin dit jaar verslag uit. Ze stelde onder meer een beperkte verkoop van de goudreserves van het IMF voor.
Waar Crocket en de zijnen niet over spraken, waren de uitgaven van het IMF. Volgens Eijffinger valt ook daar echter nog een slag te maken. Met enig ongenoegen wijst hij erop dat een senior econoom bij het fonds meestal meer verdient dan een hoogleraar. Ze vliegen bovendien businessclass, wat volgens Eijffinger „buiten proporties” is. „Dat mag best gemodereerd worden.”