Tegelijk bestaat dé starter niet meer, meldde Nobiles Media vrijdag op het seminar ”Effectief starters werven in 2008”. Zo ligt voor 17 procent het zwaartepunt bij status en een dik salaris, en hecht 22 procent meer waarde aan een goede balans tussen werk en privé.Nobiles Media -een organisatie die hbo’ers en academici via gidsen, internet en een magazine praktische informatie verschaft over doorstuderen, oriënteren en solliciteren- liet van eind juli tot eind augustus een enquête uitvoeren door onderzoeksbureau Veldkamp, een zusterorganisatie van TNS NIPO. De resultaten zijn gebaseerd op de antwoorden van 2109 respondenten uit „harde” studierichtingen zoals economie, techniek en ict. De jongeren zaten in de laatste fase van hun studie of waren pas afgestudeerd.

De zogeheten Motivatie Monitor onderscheidt vier groepen: de statusgevoelige carrièremakers (17 procent), de werk-privébalanszoekers (22 procent), de leergierige generalisten (33 procent) en de doelgerichte ondernemers (28 procent).

Over het vinden van werk zijn de meesten positief. Bijna driekwart van de studenten denkt binnen drie maanden een geschikte functie te vinden. Slechts 21 procent verwacht moeilijk aan een baan te kunnen komen.

Ruim de helft van de respondenten vindt salaris minder belangrijk dan plezier in het werk. Datzelfde percentage (52 procent) geeft aan niet elke week te willen overwerken; bijna een kwart heeft daar geen problemen mee. Conclusie van Nobiles: „De starter van vandaag de dag heeft meer oog voor zachte factoren dan voor harde criteria.”

Een goede sfeer, leuke collega’s en goede opleidingen scoren hoog bij de keus voor een werkgever. Een organisatie met status maakt de minste indruk.

Met de Motivatie Monitor wil Nobiles bedrijven een handje helpen om in te spelen op de drijfveren van de huidige generatie starters. Daarom vroeg de organisatie naar verbeterpunten voor werkgevers. Jongeren noemden echtheid, openheid, enthousiasme. „Wees open over wat kan en niet kan; beloof geen gouden bergen.” Shell, KLM en Heineken kwamen als populairste potentiële werkgevers uit de bus.

Eveline de Bruijn (23) studeerde stadsgeografie aan de Universiteit Utrecht.
Ze is juist begonnen met een tijdelijke baan als beleidsmedewerker op de afdeling wonen bij de gemeente Utrecht. „In januari begin ik met zo’n zelfde functie bij de gemeente De Ronde Venen. Nee, ik heb niet veel sollicitatiebrieven geschreven; in Utrecht kwam ik terecht via mijn afstudeeropdracht en de brief naar De Ronde Venen was de tweede of zo.
Een goede baan betekent voor mij dat ik niet de hele dag stil op kantoor achter een pc zit, dat ik met mensen praat en in een team werk. Belangrijk vind ik dat ik erin kan groeien – en wat met mijn studie kan doen. Het moet goed voelen. Dat vind ik relevanter dan veel geld verdienen.”

Annewien Schreuders (23) heeft per 1 november werk bij het glossy tijdschrift Salomé.
Ze studeerde journalistiek en werkt op dit moment voor FEM Business en voor Elegance. „Hier ben ik via stages terechtgekomen; dat stroomde lekker door. Belangrijk in een baan vind ik dat ik mijn ambitie kan realiseren, dat het plezierig werken is, en niet bij een suffe instelling. Salaris vind ik ook wel belangrijk, maar ik verdien liever minder met een goede werksfeer en leuke collega’s dan andersom. Ik vermoed dat ik na vijf jaar iets anders ga doen; ik ben wel van plan verder te kijken en meer ervaring op te doen.”

Otto Schouten (24) volgde een hbo opleiding toerisme en vond niet direct een baan.
Totdat hij ontdekte dat het werk van intercedent bij Randstad wat voor hem was. „Iemand attendeerde mij daarop. Op dat gebied is ontzettend veel werk. Als intercedent ga je bedrijven langs voor vacatures en probeer je die te vervullen. Je bent een bedrijfje binnen een groter bedrijf, omdat je je targets moet halen. Dat komt mooi uit, want ik wil ondernemer worden. Mijn baan zie ik als een opleiding. Ik heb gekozen voor de werkgever die mij de beste primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden bood en moet zeggen dat ik een bedrijf met een nog betere sfeer links heb laten liggen. Kijk, na een jaar of tweeënhalf ben ik weer weg – en wonen is ook duur als starter.”