Rekenkamer: Regels voor vredesmissies onder de loep
DEN HAAG (ANP) – Het kabinet moet de regels voor vredesmissies nog eens goed onder de loep nemen. Het moet de verwachtingen over de invloed van Nederland op de internationale besluitvorming bijstellen.
De Algemene Rekenkamer stelt dat in een donderdag verschenen rapport over parlementair onderzoek en de lessen die ministeries daaruit trekken. Ze gaat onder meer in op het in 2000 gehouden onderzoek over de uitzending van Nederlandse militairen in Srebrenica, van de commissie–Bakker.Op aanbeveling van deze commissie is het ‘toetsingskader’ voor vredesmissies angepast. Er staat nu in dat Nederland voldoende invloed moet kunnen uitoefenen op duur en mandaat van de vredesoperatie. Maar in de praktijk blijkt die invloed „zeer beperkt", concludeert de Rekenkamer.
Gezien de spanning tussen de internationale verwachtingen, de tijdsdruk en de informatiebehoefte van de Tweede Kamer adviseert de Rekenkamer om de werking van het toetsingskader tegen het licht te houden. Ook moeten de ministeries van Buitenlandse Zaken en Defensie aan de Tweede Kamer melden welke informatie op het moment van besluitvorming over de missie nog niet bekend is.
Volgens het rapport van de Rekenkamer doen ministeries vaak te weinig met de lessen uit parlementaire enquêtes en parlementair onderzoek. De regels en het gedrag van overheidsdiensten worden na zo’n onderzoek wel aangepast, maar na een tijdje verslapt de aandacht.
De Rekenkamer adviseert departementen om anderhalf jaar na een parlementair onderzoek de doorgevoerde maatregelen te evalueren. Ook moet er meer aandacht komen voor minder zichtbare ‘verbeteracties’, zoals gedrags– en cultuurveranderingen.
Het parlement heeft sinds 1945 31 keer een eigen enquête of onderzoek gedaan, waarvan 30 keer sinds 1984. Het ging daarbij om zaken als klimaatverandering, paspoorten, bouwfraude en onderwijsvernieuwing. Op enkele onderzoeken gaat de Rekenkamer nader in.
Zo zetten de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken na het parlementair onderzoek opsporingsmethoden (commissie–Kalsbeek) uit 1996 een expertisecentrum op, waarin kennis van opsporing van misdaad werd samengebracht. Maar volgens de Rekenkamer is niet vast te stellen of die kennis ook werd verspreid. Het expertisecentrum is inmiddels weer opgeheven.