Lucie de B. steeds verder in het nauw
De verdenkingen tegen de Haagse verpleegkundige Lucie de B. (40) stapelen zich op. De kans dat zij toevallig betrokken was bij de haar ten laste gelegde incidenten is zeer minimaal, zo verklaarde statisticus prof. R. G. de Mulder woensdag bij de Haagse rechtbank tijdens de tweede dag van het proces tegen de van dertien moorden verdachte vrouw.
De Mulder, hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, legde woensdag een verklaring af over de toevalsfactor in de zaak. Hij noemde de kans 1 op 342 miljoen. Die constatering is zeer belastend voor de verdachte verpleegkundige.
In de aanloop van dit getuigenverhoor werd De B. zelf door de rechtbank uitvoerig geconfronteerd met de lange lijst toevalligheden en merkwaardigheden die haar zo verdacht maken.
Zo werkte de vrouw in een bepaalde periode van enkele maanden, waarin er veel kinderen stierven, maar enkele dagen. Alle kinderen waren stabiel vlak voor ze de wacht overnam. Toch overleden ze volgens de arts „medisch onverklaarbaar.”
De B. stond er volgens minstens vijf collega’s op dat juist zij de ernstig zieke kinderen onder haar hoede nam. De verdachte verpleegkundige zelf ontkent dat. „Ik wilde dat niet. Alleen als het niet anders kon, nam ik mijn verantwoordelijkheid.” De collega’s verklaren tegen justitie dat Lucie noodgevallen en moeilijk te verzorgen patiënten niet goed aankon. Ze wilde echter juist wel voor dit soort moeilijke taken worden ingezet. Verder zou ze volgens collega’s opmerkelijke uitspraken hebben gedaan, zoals: „Kinderen voelen zich kennelijk op hun gemak dat ze bij mij doodgaan.”
Er bleek woensdag nog een toevalligheid. Veel overleden kinderen waren van moslimouders. Die weigerden meestal een sectie op hun overleden kind. „Als je kwaad zou willen denken, dan zou het kunnen zijn dat u juist moslimkinderen hebt uitgezocht om die reden”, zo merkte rechter mr. J. van Kempen op.
Collega’s hadden Lucie ooit eens horen zeggen: „Je kan het vaak goed van tevoren inschatten of ouders een autopsie toestaan.” Ook was het toevallig dat de betreffende slachtoffers veelal op het punt stonden te worden overgeplaatst naar een ander zieken- of verpleeghuis, vlak voor ze stierven. Familieleden van De B. verklaarden dat ze wel eens had gezegd: „Ik begrijp niet dat ze die zieke kinderen laten leven.”
De mensen die met de Haagse hebben gewerkt, schetsen het beeld dat Lucie de B. regelmatig buiten werktijd in het ziekenhuis waar ze op dat moment werkte, rondliep. Dat vonden ze vreemd. Tevens gaf de Haagse verpleegkundige zich buiten werktijden uit als iemand die namens het ziekenhuis nazorg kwam geven. De rechters lieten woensdag blijken dit ongewoon te vinden.
De B. gaf toe dat er wel heel veel toevalligheden tegen haar spreken. „Ik kan daar geen verklaring voor geven. We kunnen toch niet alles verklaren wat er in de wereld gebeurt.”
Officier van justitie mevrouw mr. I. Degeling wees nog op een verklaring van de broer van de verpleegkundige. Die beweert dat zijn zus iemand is die je aankijkt en liegt waar je bijstaat. „Ze kan er zelfs bij huilen.”
Ook een opleidingsbegeleidster zei te twijfelen aan de verpleegkundige. „Ik had het idee dat zij kinderen zou gaan ombrengen, ik hoopte dat ze haar kinderbevoegdheid nooit zou halen.” Vandaag zou de rechtbank een seriemoordenaar-specialist van de FBI horen. Daarna zullen nog enkele sterfgevallen worden behandeld. De eis wordt morgen verwacht.