Tegenwoordig is bijna 10 procent van de paren met kinderen niet getrouwd, vijf jaar geleden was dit nog 6 procent. Van de 4,6 miljoen thuiswonende kinderen hebben er nu ruim 310.000 ongehuwd samenwonende ouders. Daarnaast zijn er zo’n 635.000 kinderen met een alleenstaande ouder.

Iets meer dan een kwart van de ongetrouwde ouders is in het verleden wel getrouwd geweest. Hun kinderen komen doorgaans uit dat eerdere huwelijk. Nu wonen ze met hun kinderen samen met een nieuwe partner.

Het grootste deel van de ongehuwde ouders is daarentegen nooit gehuwd geweest. Het aandeel dat deze nooit gehuwde ouders uitmaken van alle niet-gehuwde ouders neemt de laatste jaren sterk toe, van 60 procent in 1997 naar 70 procent in 2002.

Ruim de helft van alle niet-gehuwd samenwonende ouders heeft één kind. Dit aandeel neemt de laatste jaren iets af, terwijl het aandeel niet-gehuwd samenwonende ouders met twee kinderen toeneemt. Vijf jaar geleden had 33 procent van de niet-gehuwd samenwonende paren twee kinderen. Momenteel is dit 36 procent.