Harde aanpak van overlast Kanaleneiland
UTRECHT - Tal van maatregelen hebben niet geleid tot toename van de veiligheid en afname van de criminaliteit in de Utrechtse wijk Kanaleneiland. Daarom moet een programmamanager de aanpak gaan coördineren.
De gemeenteraad van de domstad schaarde zich donderdagavond unaniem achter dit voorstel. Woensdag kondigde burgemeester Brouwer-Korf aan dat er vanaf vrijdag zes maanden lang een samenscholingsverbod in de probleemwijk geldt. Dit om de overlast tegen te gaan die zo’n tachtig veelal allochtone jongeren veroorzaken.Brouwer noemde de toestand „kritiek.” De jongeren maken zich schuldig aan vernieling, roekeloos rijden, het intimideren van voorbijgangers, woninginbraken en straatroof. Velen van hen zijn bekend bij de politie en worden al extra in de gaten gehouden. Ze hebben een brief gekregen waarin wordt meegedeeld dat het samenscholingsverbod op hen van toepassing is. Goedwillende bewoners en bezoekers hebben van de maatregel niets te vrezen: ’normale’ vormen van samenkomen vallen niet onder het samenscholingsverbod.
Tijdens een wijkavond afgelopen woensdag spraken bewoners met de burgemeester, gemeenteraadsleden en de politie over het imago van de wijk. Tijdens de bijeenkomst ontstond een incident toen een jongere een vrouw die openhartig over de problemen sprak, toeriep dat hij haar ouders zou doden. De vrouw verliet huilend de zaal, waarna de burgemeester er achteraan ging om haar op te vangen. De politie onderzoekt de zaak.
Vanaf vrijdag tot 15 oktober waarschuwt de politie ’samenscholers.’ Daarna pakken de agenten overtreders van het verbod op. Na eerste overtreding volgt óf een werkstraf van minstens 15 uur óf een boete van ten minste 200 euro. Bij volgende overtredingen wordt die boete fors verhoogd en is ook hechtenis mogelijk. Het openbaar ministerie behandelt zaken binnen twee weken.
De raad betwijfelt of de genomen maatregel afdoende is om de straat „aan de burgers terug te geven.” De partijen vroegen zich af of een samenscholingsverbod niet slechts tot een verplaatsing van het probleem leidt.
Na een jarenlange afname is het afgelopen jaar de criminaliteit in met name Kanaleneiland-Noord weer sterk gestegen. De politie wordt gehinderd bij handhavingstaken en cameraploegen worden bedreigd en de wijk uitgejaagd. Het gemeentebestuur heeft hekken laten plaatsen om vluchtroutes voor criminelen af te sluiten.
VVD, SP, Leefbaar Utrecht (LU) en D66 drongen donderdagavond aan op hardere maatregelen: niets tolereren, direct ingrijpen (lik-op-stukbeleid), ouders met de neus op de feiten drukken en zo nodig begeleiding door een gezinscoach verplichten. Sarolea (SP) pleitte voor kleinere klassen op de scholen. „Daarvoor kunnen de bakken met miljoenen uit de Vogelaargelden gebruikt worden”, het geld dat minister Vogelaar in de probleemwijken investeert.
Geldof (VVD) constateerde een sterke stijging van de criminaliteit tijdens de ramadan. „De gemeente noemt haar aanpak hard en sociaal, maar niemand in de wijk heeft het gevoel dat de aanpak werkelijk hard is. De criminele jeugd lacht ons uit. De bewoners geven hun wijk het cijfer 4; 60 procent ervaart overlast en 58 procent wil graag uit de wijk vertrekken.”
„De kansrijke mensen willen er weg, maar ze raken hun huizen niet kwijt. De politie wordt voor gek gezet”, stelde Peetoom (LU). Dat beeld vond de burgemeester te eenzijdig; veel bewoners willen volgens haar liever de wijk zelf verbeteren.
Geldof (VVD) vroeg het preventief fouilleren in te voeren, maar dat gebeurt volgens de burgemeester alleen bij verdenking van toenemend wapenbezit. Daarvan is volgens haar geen sprake.
Verhoef (Burger en Gemeenschap) pleitte voor landelijke herinvoering van de regel dat kinderen onder de 12 jaar ’s avonds laat niet alleen over straat mogen lopen.
Essousi (PvdA) wees erop dat er al enorm veel geld in de wijk is geïnvesteerd. „Kennelijk heeft dat onvoldoende resultaat gehad.” Peetoom (LU) pleitte voor uitbreiding van het aantal activiteiten, „zodat jongeren ook in andere dingen kunnen uitblinken dan alleen door crimineel gedrag. Slechts 16 procent van de jongeren is tevreden over de huidige voorzieningen.”