Dat zei minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) woensdag tijdens een overleg in de Tweede Kamer over het Grote Merengebied in Afrika. Hij bracht vorige week een vijfdaags bezoek aan het door geweld geteisterde Congo. In de stad Goma bezocht hij een opvangcentrum voor verkrachte vrouwen. „Het is het meest verschrikkelijke wat ik ooit heb gezien", aldus de bewindsman.Hij hield de bezorgde Kamer voor dat dit probleem het hoofdpunt was van zijn bezoek. „Elk gesprek begon ik met het geweld tegen vrouwen. Dat is daar niet gebruikelijk”, zei Koenders. Niet alleen politieke leiders maar ook de legerleiding heeft hij nadrukkelijk erop aangesproken. Vooral (oud–)militairen maken zich schuldig aan het geweld tegen vrouwen.

Volgens Koenders moet op korte termijn meer worden gedaan, ook in VN-verband. Hij zal verder nog voorstellen van GroenLinks-Kamerlid Peters bekijken, die het geweld qua intensiteit en frequentie „veruit de meest grootschalige horror en mensenrechtendrama in de wereld van vandaag” noemde. Peters wees erop dat 30 procent van de vrouwen in Congo is verkracht, merendeels in het oosten, waar de gevechten nog doorgaan.

Nederland betaalt in Congo mee aan programma’s om vrouwen op te vangen, te behandelen en weer te reïntegreren als ze terugkeren naar hun eigen omgeving. Vaak worden vrouwen verstoten als ze het slachtoffer zijn van verkrachting.

Nederland heeft verder 40 miljoen euro gestoken in projecten om gewapende eenheden te demobiliseren. Belangrijk is verder dat de militairen loon krijgen om te voorkomen dat ze in de fout gaan. Een soldaat verdient 25 euro per maand, nog geen euro per dag, waarvan ze ook gezinnen moeten onderhouden. Soms hebben ze al twee jaar niet uitbetaald gekregen, hoorde Koenders. Een Europese organisatie probeert de betaling aan de militairen, die moeilijk bereikbaar zijn, te verzorgen. Het geld komt van de Congolese overheid. Congo is een rijk land met veel grondstoffen.