„Rede moet meedoen in godzaligheid”
LEUVEN - De rede is een goede gave van God en mag en moet in de wetenschapsbeoefening volop meedoen, juist als het gaat om de godzaligheid, om geloof, hoop en liefde.
Dat zei prof. dr. A. J. Beck, hoogleraar historische theologie, maandag bij de opening van het academisch jaar van de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in het Belgische Leuven. Hij sprak over de verhouding tussen geloof en wetenschap volgens Gisbertus Voetius, de eerste rector van de Universiteit Utrecht.Het oorspronkelijke ideaal van de Nadere Reformatie, zo betoogde prof. Beck, was de verlossende waarheid van Gods genade in Jezus Christus in de hele kerk en maatschappij vorm te geven en zo het Evangelie uit te dragen naar alle terreinen van de wereld.
In tegenstelling tot Descartes, de Franse filosoof die aan de wieg stond van de verlichting, kon Voetius geen boedelscheiding maken tussen geloof en denken. „Volgens Voetius is God niet alleen de Bron en Oorsprong van ons geloof, maar ook van het denken; niet alleen van de theologie, maar ook van de filosofie.”
De Utrechtse nadere reformator zag godzaligheid als samenvatting van de eerste tafel van de decaloog, aldus prof. Beck. „Het wetenschappelijke karakter van de theologie ligt volgens Voetius met name daarin dat geldige conclusies worden getrokken uit de Schriftgegevens. Voor dit doel kan de theologie de logische expertise van de filosofie niet missen. Maar deze logica is wel een gekerstende.”
Volgens de Leuvense hoogleraar verbindt Voetius godzaligheid en wetenschap op verschillende manieren. De eerste is dat theologie het primaat onder de wetenschappen heeft; de andere dat theologie praktisch is. „Voetius was een praktisch theoloog bij uitstek. Daarmee is bedoeld dat kennis van de leer niet een doel op zichzelf is, maar tot geloof, liefde en hoop moet leiden.”
Academisch
Prof. dr. P. Nullens, rector van de faculteit, benadrukte het belang van academische vorming aan de ETF. „We willen de komende jaren graag werken aan de verdieping van de Bijbelgetrouwe evangelische beweging in Europa. We willen de rijkdom van de verschillende reformaties die Europa gekend heeft, terug onder de aandacht brengen van kerk en samenleving, en ook in het academische discours. De huidige maatschappelijke oppervlakkigheid vraagt om een sterk engagement van christenen.”
De Leuvense faculteit gaat haar onderzoek concentreren in drie instituten. Die zullen zich richten op de vroegchristelijke kerk, de gereformeerde orthodoxie in de zeventiende eeuw en leiderschap en ethiek.
De ETF, die op dit moment 181 studenten telt, intensiveerde vorige week haar samenwerking met twee Scandinavische zusterfaculteiten uit Ansgar (Noorwegen) en Örebro (Zweden).