Voor illegale immigranten is Italië een tussenstop
Deze maand werd de nieuwe, strenge Italiaanse immigratiewet van kracht. Intussen blijft de stroom illegalen in de Middellandse en de Adriatische Zee aanhouden. Afgelopen zondagnacht sloeg voor de Siciliaanse kust een boot om met immigranten uit West-Afrika, waarbij vijftien mensen verdronken. Dinsdag werd een schip met illegale immigranten bij Lampedusa onderschept door de kustwacht.
De dood van de West-Afrikanen -met name Liberianen, Nigerianen en Sudanezen- heeft wederom de aandacht gevestigd op de soms mensonterende manier waarop smokkelaars met hun ’waar’ omgaan. De betrokken boot is vermoedelijk vertrokken uit Liberia en deed Tunesië aan voordat het schip voor de kust van Sicilië zonk. Onder de opvarenden trof de politie een Liberiaan en een Egyptenaar aan die worden beschuldigd van mensensmokkel.
Mensensmokkelaars zetten met hun wankele schepen vooral koers naar Sicilië, dat relatief dicht bij Noord-Afrika en Klein-Azië ligt. Ook het eiland Lampedusa, het Italiaanse grondgebied dat het dichtst bij Noord-Afrika ligt, is een populair reisdoel. Immigranten doen er alles aan om Italië, als punt van Europa, te halen. Afgelopen maart werd een boot met maar liefst duizend Koerden door een Italiaanse oorlogsbodem in internationale wateren van de Middellandse Zee gepraaid. Toen de Italianen aan boord wilden gaan om de kapitein te overtuigen dat hij rechtsomkeert moest maken, dreigden enkele radeloze opvarenden kinderen overboord te smijten. Om dat drama te vermijden begeleidde de marine het schip naar Catania. De vrachtboot in kwestie voer onder de vlag van Tonga in Polynesië en kwam vermoedelijk uit Turkije, in toenemende mate vertrekpunt. Volgens de opvarenden, Iraakse Koerden, hadden ze tussen de 2000 en 4000 dollar per persoon betaald voor de overtocht.
Er gaat geen week voorbij zonder dat er een schip met illegalen in Italië aankomt. Volgens cijfers van de rooms-katholieke hulporganisatie Caritas kwamen in 2000 ruim 55.000 vluchtelingen in Zuid-Italië aan land. Cijfers, niet van Caritas, over dit jaar spreken van 15.000 mensen.
De ware omvang van het probleem is vooral ook zichtbaar als het misgaat. In maart dit jaar verging een vrachtschip bij Sicilië waarbij naar schatting 85 immigranten uit Noord-Afrika omkwamen. De meeste slachtoffers tot dusver werden geteld op tweede kerstdag 1996, toen ruim 300 vluchtelingen voor de kust van Sicilië verdronken. Het drama ging de annalen in als de grootste naoorlogse scheepsramp op de Middellandse Zee.
De immigranten die in Italië aankomen, beschouwen het land als deur van Europa. Velen reizen door naar andere EU-landen om daar hun geluk te beproeven. Koerden gaan bijvoorbeeld naar Noord-Europa, vooral Duitsland, waar een grote Koerdische gemeenschap bestaat. „De opvarenden van afgelopen zondag zijn Franssprekend en gaan in veel gevallen naar Frankrijk en België”, zegt Giancarlo Perigo van Caritas, dat de belangrijkste liefdadigheidsorganisatie van Italië is.
De nieuwe Italiaanse immigratiewet moet het onaantrekkelijk maken voor immigranten om in Italië te blijven. Maar de wet lijkt vooral de kool en de geit te willen sparen. Aan de ene kant moeten (toekomstige) immigranten worden afgeschrikt door uitwijzing en door gevangenisstraf voor wie na uitzetting nogmaals in handen van de politie valt. Aan de andere kant krijgen de naar schatting 300.000 illegale immigranten die nu in Italië verblijven de kans zich binnen een maand te laten registrereren. Dit om de ondernemers in het welvarende Noord-Italië te plezieren die klagen dat vacatures onvoldoende worden opgevuld. Nu nog illegale immigranten die een arbeidscontract kunnen laten zien, krijgen een verblijfsvergunning.
De wet is een een-tweetje van Umberto Bossi van de xenofobische regeringspartij Lega Nord en Gianfranco Fini van de voormalige fascistische partij. Maar voor Bossi gaat de wet, die door de rooms-katholieken in Berlusconi’s coalitie van haar scherpe kanten is ontdaan, niet ver genoeg.
Bossi viel afgelopen week de Rooms-Katholieke Kerk hard aan omdat Caritas en gewone parochies illegalen zouden helpen. Giancarlo Perigo van Caritas blijft rustig onder de schuimbekkende Bossi: „We werken en blijven werken zoals we altijd hebben gedaan om buitenlanders te helpen. We hebben de steun van onze parochianen, ook in Noord-Italië.”
In Italië verblijven illegale immigranten verplicht een maand in een opvangcentrum voor identificatie en voor leniging van de eerste nood. „In die tijd dienen ze een asielaanvraag in, waarvan de afwikkeling ten minste een jaar in beslag neemt. De meesten zullen daarop niet wachten en nemen de wijk naar het buitenland. Anderen verdwijnen in de illegaliteit.” Ook wie netjes op zijn asielverzoek wacht, maakt weinig kans. „Politiek asiel wordt zelden gegeven”, meent Annabella Coiro van de hulporganisatie Dialogo. „Sommigen kunnen een speciaal, tijdelijk asiel krijgen, maar zodra de situatie in hun geboorteland zich normaliseert moeten ze weg.”
In Italië bevinden zich volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken zo’n 300.000 illegale buitenlanders, maar waarschijnlijk veel meer, ook al omdat het cijfer uit 1998 stamt. Volgens berekeningen van Caritas kregen in 2000 65.000 illegale buitenlanders het verzoek Italië te verlaten. Daarvan is de helft daadwerkelijk het land uitgezet. Anderen vrezen dagelijks een soortgelijk lot.
De Bengalees Nannu Baburche (26) vertrok vier jaar geleden uit zijn geboorteland en kwam na een maandenlange tocht per boot in Brindisi (Apulië) aan. Dankzij de amnestieregeling voor illegalen uit 1999 van de Italiaanse overheid kon Baburche aan een verblijfs- en werkvergunning komen. Maar sinds de verblijfsvergunning is verlopen, loopt hij gevaar te worden uitgewezen als de politie hem oppakt. De kans daarop is niet denkbeeldig, omdat hij midden in Rome op straat hoesjes voor mobiele telefoons verkoopt. Een arbeidscontract kan hij vanzelfsprekend niet laten zien.