Leren dat de ander een kostbaar mens is
BARNEVELD - „Kijk met de ogen van Jezus naar de mensen om je heen”, raadt ds. L. W. Smelt zijn toehoorders aan. „Hij ziet wat in mensen. Als je kijkt met de ogen van Jezus, leer je dat de ander een kostbaar mens is.”
Ds. Smelt, hervormd predikant te De Bilt, sprak zaterdag tijdens de landelijke toerustingsdag van de Stichting Gave, die werkt onder asielzoekers. Tijdens de bijeenkomst in het Johannes Fontanuscollege in Barneveld waren veel mensen van buitenlandse afkomst aanwezig.De predikant sprak over het thema van de dag: ”Arbeiders in de oogst”. „Jezus zei dat de oogst groot is, terwijl daar nog niets van te zien was.” Soms lijkt het, aldus de predikant, alleen maar dat de machteloosheid, de misère en de ellende groot zijn. Hij verhaalde van zijn vrouw die als consultatiebureauarts in de wijk Kanaleneiland in Utrecht werkt. Ze nam wel eens mensen mee, onder anderen James. De asielzoeker komt niet meer. Hij is van een flat gesprongen. Hij werd aldoor achtervolgd door het gevoel: ik moet weg.
De predikant zei dat Jezus met ontferming bewogen was over de schare en naar de mensen keek met ogen „die ik graag wil hebben. Ik wil jullie uitnodigen om te kijken met Zijn ogen. Jezus zag de misère. Hij zag dat mensen verwond, vermoeid, uitgeput, voortgejaagd en uitgeteld waren. Hij ziet wat in de mensen.”
Ds. Smelt zei dat je het kijken op die manier het beste leert door naar Jezus te kijken, Die zelf ook gestriemd, gehoond, gegeseld en gekruisigd werd. Verder is het belangrijk om naar jezelf te kijken, zo meent de predikant. „Je kunt het beste een ander helpen als je zelf ook uitgeput geweest bent. De beste helpers zijn zij die door hun bestaan gezakt zijn en zonder Jezus niet verder kunnen.”
Hij waarschuwde ervoor om met de ogen van de buren, waar de angst van afstraalt, naar buitenlanders te kijken. „Voor je het weet ben je ingepakt door de angst en word je een zwartkijker.”
Op de toerustingsdag werd afscheid genomen van voorzitter Arie Slob, die bijna vijf jaar de kar van Stichting Gave getrokken heeft. Het Kamerlid van de ChristenUnie zei dat hij was getroffen door het open hart naar God toe van de Gavemedewerkers. Hij vroeg hen om een bezoek te brengen aan het gebouw van de Tweede Kamer om iets van hun vuur en hun liefde over te brengen op mensen die er anders over denken.
Op de ontmoetingsdag stonden de workshops centraal. Rien van der Toorn, die werkt onder Iraniërs en Afghanen, zei dat hij met moslims vaak gemakkelijker over het Evangelie kan praten dan met autochtone Nederlanders. Hij wordt regelmatig beschaamd door zijn vrouw, die uit Iran komt en nog maar acht jaar christen is.
Hij stelde voor dat degenen die zeggen dat God en Allah dezelfde zijn dat maar eens moeten gaan vragen aan ex-moslims.
Op dit moment wonen er, aldus Van der Toorn, ongeveer 37.000 Afghanen in ons land. Afghanen voelen zich hier over het algemeen redelijk goed thuis, beter dan veel andere vluchtelingengroepen. In 1996 waren twee van hen christen, nu zijn dat er ongeveer veertig.
Van der Toorn zei bezorgd te zijn over het lot van een aantal christelijke Afghanen die buiten het generaal pardon vallen. Een van hen moet terug naar Afghanistan, terwijl zijn vrouw en kinderen in Nederland mogen blijven.