De inval in de school, in het noordwesten van China, had plaats in de nacht van 2 op 3 augustus. Midden in de nacht werden de studenten opgeschrikt door een luid gebonk op de toegangspoort van de boerderij, waaronder zich de ondergrondse Bijbelschool bevond. Uit drie jeeps en een vrachtwagen stapten ongeveer twintig agenten. Toen niemand de poort opendeed, klom een agent over de muur en opende de poort van binnenuit.In totaal wisten twaalf studenten en drie medewerkers te ontkomen. De overige 33 studenten en docenten werden opgepakt en afgevoerd. Na lange dagen van verhoor werden de christenen zonder enige vorm van officieel proces veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar, door te brengen in een werkkamp, of het betalen van een geldboete van ongeveer 200 euro per persoon.

Uit vrees voor de zware lichamelijke en geestelijke beproevingen die de studenten in een werkkamp te wachten zouden staan, is besloten tot het betalen van de boetes. De laatste studenten konden hierdoor op 29 augustus de gevangenis verlaten. Een aantal van hen was er lichamelijk slecht aan toe, zo vernam een medewerker van de SDOK die recent een bezoek bracht aan de coördinator van de Bijbelschool in China.

De locatie van de Bijbelschool is verzegeld door de politie. Als het zegel binnen een jaar verbroken wordt, dreigt de politie het gebouw volledig te verwoesten. De Bijbelschool is verbonden aan huisgemeenten in Henan en wordt financieel ondersteund door de SDOK.