„Niet weer een ongelukkig referendum”
NIJMEGEN - De Raad van State schrijft in een vrijdag gepubliceerd advies dat het nieuwe EU-verdrag zich „kenmerkend” onderscheidt van de EU-grondwet. Het kabinet trekt daaruit de conclusie dat een nieuw referendum niet nodig is. Staatsrechtjurist prof. mr. C. A. J. M. Kortmann: „De raad had moeten zeggen: een raadplegend referendum op initiatief van de overheid is sowieso een wangedrocht.”
De verschillen tussen de verworpen EU-grondwet en het nieuwe EU-verdrag zijn klein, stelt de Raad van State in zijn advies. Maar die kleine accentverschuivingen en vormveranderingen zorgen er samen voor dat het nieuwe verdrag zich „kenmerkend onderscheidt” van de afgewezen constitutie.Staatssecretaris Timmermans van Europese Zaken vatte dat vrijdag zo samen: „Mijn genen zijn voor 99 procent gelijk aan die van Bokito. Toch ben ik heel anders. Blijkbaar kan die ene procent verschil voor het totaal toch enorm veel uitmaken.”
Hoogleraar staatsrecht mr. C. A. J. M. Kortmann van de Radboud Universiteit Nijmegen -en in 2005 voorzitter van de commissie die het referendum over de EU-grondwet voorbereidde- moet hartelijk lachen om die vergelijking. „Timmermans heeft het over de genen, ik zou liever spreken van de vacht van de aap. De aap is naar de kapper geweest, is gedoucht en gekamd, maar het blijft een aap.” Anders gezegd: „De verschillen tussen de grondwet en het nieuwe verdrag zijn voornamelijk cosmetisch van aard. Daarmee is het beestje niet wezenlijk veranderd.”
De Raad van State zegt: De grondwettelijke symboliek, zoals vlag en volkslied, is uit het verdrag gehaald. De EU zal niet meer uitgroeien tot een superstaat.
„Dat argument is er aan de haren bijgesleept. Iedere deskundige die de zaak een beetje heeft gevolgd, zal zeggen: Daar gaat het niet om. Want de Europese vlag blijft wapperen, het volkslied blijft klinken. Het weglaten van de vlag en het volkslied uit het verdrag is vooral symbolisch. Aan de bevoegdheden van de Unie doet het niets af.”
De raad wijst er verder op dat het Handvest van de Grondrechten niet terugkeert in het nieuwe verdrag. Daarin staat slechts een verwijzing naar de grondrechten en dat zou „geen wezenlijk verschil” betekenen ten opzichte van de huidige situatie.
„Deze argumentatie verbaast me en stelt me ook een beetje teleur. Er is juist wél een wezenlijk verschil tussen de huidige situatie en het nieuwe verdrag. Het Europees Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen kijkt nu alleen naar het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en de constitutionele tradities in de lidstaten. In het handvest, waarnaar het nieuwe verdrag verwijst, staan meer grondrechten dan in het EVRM die rechtstreeks bindend worden. Bijvoorbeeld het recht op een goed bestuur. Het nieuwe verdrag bevat door de verwijzing naar het handvest nog een duidelijk constitutioneel accent.”
De Raad van State spreekt geen oordeel uit over de wenselijkheid van een nieuw referendum. Het kabinet vindt een volksraadpleging onnodig en ongewenst omdat het nieuwe verdrag „wezenlijk” anders zou zijn dan de verworpen EU-grondwet.
„De raad zegt met zo veel woorden dat je met goede argumenten moet komen om weer een referendum te houden. De raad zou eigenlijk moeten zeggen: Een raadplegend referendum op initiatief van de overheid is sowieso een wangedrocht, ongeacht de vraag of het nieuwe verdrag wezenlijk afwijkt van de EU-grondwet.”
Waarom?
„Dat argument zou aansluiten bij een notitie van het vorige kabinet-Balkenende, geschreven na het referendum van 2005. Daarin staat: zo’n referendum moeten we nooit meer houden. Er kan hooguit een beslissend, correctief referendum op initiatief van de kiezer komen.
Een raadplegend referendum op initiatief van de overheid past ook niet bij ons staatsbestel. Ik zou zeggen: We hebben in 2005 ongelukkig geopereerd. Dat doen we niet nog een keer.”