Ingoesjetië toneel van groeiend geweld
BERLIJN - Het blijft broeien op de Kaukasus. Terwijl in Tsjetsjenië de rust enigszins lijkt weergekeerd, groeit de onrust in de naburige republieken. Het islamitisch georiënteerde Ingoesjetië lijkt een nieuwe brandhaard in de regio te worden.
Schietpartijen, explosies, ontvoeringen; het is aan de orde van de dag in Ingoesjetië, een buurrepubliek van Tsjetsjenië, dat zich begin jaren ’90 vergeefs in een afscheidingsoorlog met Rusland stortte. Het geweld richt zich vooral tegen de overheid, in het bijzonder tegen de Ingoesjetische president Murat Zjazikov. Vorige maand overleefde hij nog een aanslag op een colonne auto’s waarvan hij deel uitmaakte. Een hoge medewerker liet het leven, evenals een aantal soldaten.Militairen zijn veelvuldig het doelwit van aanslagen. Donderdag werden in de hoofdstad Nazran twee soldaten doodgeschoten, twee uur nadat president Zjazikov tijdens een persconferentie had beweerd dat hij de situatie in Ingoesjetië volledig onder controle heeft, er geen sprake is van een terroristische ondergrondse en dat de media een vertekend beeld geven van de werkelijkheid.
„Een eenduidige verklaring voor het geweld in Ingoesjetië is er niet te geven”, zegt dr. Uwe Halbach van de Stiftung für Wissenschaft und Politik in Berlijn. Een aantal factoren kan hij wel noemen. Een daarvan is de slechte verhouding tussen de bevolking en de zeer impopulaire Zjazikov. Volgens geruchten werd hij bij zijn verkiezing tot president in 2002 geholpen door het Kremlin. De ex-generaal is de enige leider in de Noord-Kaukasus die in 2004 opnieuw werd benoemd nadat Moskou de presidentsverkiezingen had afgeschaft.
Zjazikov heeft het niet alleen bij de bevolking verbruid, maar ook bij de invloedrijke clans die deel uitmaken van het politieke establishment. De conflicten binnen de lokale machtselite zijn dan ook een andere verklaring voor het toegenomen geweld, denkt Halbach.
Een andere factor van betekenis is de radicale islam. „Net zoals in de andere Kaukasusrepublieken zijn er nu ook in Ingoesjetië islamitische organisaties actief die de jihad verkondigen”, aldus de Duitse Kaukasusdeskundige. „Steeds meer Ingoesjeten spelen een rol in wat wordt genoemd het Kaukasische front. In feite is dit niets anders dan een regionale uitbreiding van het conflict in Tsjetsjenië.” Schattingen van het aantal ondergrondse strijders in de Noord-Kaukasus lopen uiteen van enkele honderden tot enkele duizenden.
Uit Tsjetsjenië zelf komen overigens steeds minder berichten van gewelddadige incidenten. „Daar vindt in zekere mate zelfs een proces van wederopbouw plaats. Tegelijkertijd is de toestand in de omliggende republieken verslechterd.” Dat gold lange tijd met name voor Dagestan en de afgelopen jaren ook voor Kabardië-Balkarië en Karatsjaj-Tsjerkessië; 2007 is echter het jaar van Ingoesjetië.”
Een openlijk conflict hoeft het niet meer te worden, zegt Halbach. „In de Noord-Kaukasische republieken is in zekere zin sprake van een oorlogssituatie, een situatie waarin guerrillastrijders opduiken en terroristisch geweld om zich heen grijpt.” In hoeverre dat zal escaleren, is moeilijk te voorspellen. „Na een afname, de afgelopen twee jaar, van het aantal terroristische aanslagen in Rusland, neemt het geweld op de Kaukasus weer toe. Het probleem van het terrorisme is ondanks de dood van rebellenleider Sjamil Basajev in 2006 nog niet voorbij.”
De oorzaak voor alle onrust op de Kaukasus zoekt Halbach met name in de sociale misère die er in de regio heerst. „In een republiek als Ingoesjetië heeft meer dan 70 procent van de jongeren onder de 25 jaar werk noch opleiding. De republieken worden geleid door slechte regeringen en de corruptie tiert welig. Daarnaast is de armoede groot. De Noord-Kaukasus vervalt ondanks de natuurlijke voordelen steeds meer tot de armoedeperiferie van Rusland.”
Halbach verwacht niet dat de Kaukasus een tweede Tsjetsjenië wordt. „Niet in de zin dat er een grootschalige afscheidingsbeweging zal ontstaan. Daarvoor ontbreekt in deze regio een leider.” Wel maakt hij zich zorgen over het groeiende geweld. „In de Noord-Kaukasus is sprake van een zeker potentieel aan onrust, ook in de republieken die een paar jaar geleden nog als rustig golden. Zelfs in Adygië, de meest westelijk gelegen republiek waar de meeste etnische Russen wonen, broeit het na plannen voor een fusie met de regio Krasnodar.”
Een verdere uitbreiding van het geweld naar het zuiden van Rusland sluit de wetenschapper dan ook niet uit. „Islamitische cellen bevinden zich inmiddels al in Astrachan en in andere Zuid-Russische steden.”