”In de schaduw van Byzantium”
’S-HERTOGENBOSCH - Aan de muur van de cursusruimte hangt een icoon. Links staat de oosterse kerkvader Athanasius, rechts de westerse zendeling Willibrord. Dáár ligt het hart van theoloog Leo van Leijsen: bij de eenheid van rooms-katholieke, protestantse en orthodoxe christenen.
Van Leijsen (52) is medewerker van de ”Katholieke Vereniging voor Oecumene Athanasius en Willibrord”, gevestigd aan de Walpoort in ’s-Hertogenbosch. De vereniging organiseert activiteiten om de verschillende christelijke tradities met elkaar in contact te brengen. Van Leijsen start volgende week donderdag een leesgroep over het boek ”In de schaduw van Byzantium”, van de Engelse journalist William Dalrymple.Het is het derde boek over het orthodox christendom dat Van Leijsen in een leesgroep bespreekt. Eerder kwamen ”Waarom engelen vallen” van Victoria Clark en ”Een open venster op de Orthodoxe kerk” van Ignace Peckstadt aan de orde.
„Dalrymple is al wat ouder”, zegt Van Leijsen, terwijl hij het boek van zijn bureau pakt en er even in bladert. „Toen het tien jaar geleden uitkwam -onder de titel ”From the Holy Mountain. A Journey in the Shadow of Byzantium”- werd het boek een ware hype. Het gaat over christenen in het Midden-Oosten. Nu willen we het weer lezen, tegen de achtergrond van de actuele ontwikkelingen en de positie van de christenen daar.”
Schaduw
In het boek ”In de schaduw van Byzantium” doet Dalrymple verslag van zijn reis langs de restanten van de oud-Byzantijnse wereld. Hij doet dat in de voetsporen van de monnik Johannes Moschos, die leefde van ongeveer 550 tot 619. In het voorjaar van 587 trok deze met een leerling door het christelijke Byzantijnse rijk, van de kusten van de Bosporus tot de zandduinen van Egypte. Er waren volop kerken, kloosters en afgelegen kluizenaarshutten, maar nog geen islam.
Toch leefde Moschos in een wereld die aan het verdwijnen was, aldus Van Leijsen. „De schaduw viel steeds verder over het toenmalige christelijke Midden-Oosten. Tussen het einde van de zesde eeuw en het laatste decennium van de twintigste eeuw is veel gebeurd: de komst van de islam, de kruistochten, het Osmaanse Rijk, de onafhankelijkheid van de Arabische staten en de stichting van de staat Israël. Dit alles raakte ook de christenen in het Midden-Oosten. Dalrymple vertelt over vervolging en etnische strijd, waardoor christenen steeds meer klem kwamen te zitten.”
Glazen plafond
Van Leijsen bezocht sinds 1978 verschillende malen de landen in het Midden-Oosten die Dalrymple beschrijft. Hoe is de positie van christenen daar nu? „Dat verschilt sterk van land tot land. In Turkije hebben de meeste christenen het wat beter gekregen, hoewel protestanten het vaak nog moeilijk hebben. Ik denk dat de vrijheid van christenen zal toenemen als het land toetreedt tot de Europese Unie. Dan moet Turkije nog meer werk maken van de mensenrechten.”
In Syrië hebben christenen het volgens hem „redelijk goed.” Tenminste, zolang ze zich maar niet met de politiek bemoeien. „Syrië blijft natuurlijk een dictatuur.”
Uit een lade haalt hij een stapel foto’s, gemaakt tijdens één van zijn reizen door Syrië. Op een foto staat een enorme, moderne Grieks-katholieke kerk, met daarachter een moskee. „De moskee is veel te groot voor het aantal moslims dat in die wijk woont. Maar de bouw was een prestigekwestie: kleiner dan de kerk mocht hij niet zijn.” Lachend: „Het gebouw schijnt door Saudi’s te zijn gefinancierd.”
Autochtone christenen in Israël en de Palestijnse gebieden krijgen het steeds moeilijker, aldus Van Leijsen. „In Egypte wellicht ook. De verhouding tussen Kopten en moslims is nog meer verslechterd. De Egyptische islam is vrij tolerant, maar er is een aantal extreme groepen met toenemende invloed. De politiek van de regering is om het islamitisch extremisme te bestrijden en tegelijkertijd de christenen kort te houden. In de samenleving komen ze dan ook niet meer voor alle posities in aanmerking - er is een glazen plafond ingesteld.”
Retour
In de meeste landen in het Midden-Oosten lijkt het autochtone christendom op zijn retour. „Ik zie dat als een groot verlies. De kwaliteit van een samenleving gaat er op achteruit als die minder divers is. En als christen zeg ik: het is goed als het Evangelie present is.”
De bespreking van het boek van Dalrymple moet volgens Van Leijsen een „vrij onbekende wereld” ontsluiten. „Ik zou graag wat gevoeligheid voor oosterse christenen willen kweken. Er is daar in de loop der jaren veel veranderd. Het lijkt wel of je er steeds weer op moet hameren: daar wonen óók nog christenen.”