„Alleen plan hele Midden-Oosten kan Iran redden”
DEN HAAG - Rolf Ekéus zat als VN-wapeninspecteur tijdens de jaren negentig in Irak vaak tussen twee vuren in. De VN wilden goede inspecties, maar de Amerikanen wilden het liefst aanvallen. Achteraf weet hij het antwoord: „Ons werk was 100 procent succesvol.”
De Zweedse diplomaat hield gisteren de openingstoespraak bij het 10-jarig jubileum van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) in Den Haag. Zijn voorzitterschap bij de onderhandelingen over de Conventie Chemische Wapens (CWC) was slechts een van zijn vele functies op het gebied van ontwapening. Inmiddels hebben 182 van alle 192 landen dat verdrag ondertekend.Inspecties zijn het belangrijkste wapen in de strijd tegen chemische wapens, vertelt Ekéus (1935) na afloop van zijn toespraak. „Vanuit het verleden hebben inspecties iets wat verdenking oproept. Maar het moet routine zijn. Als hoofd van een organisatie in Stockholm krijg ik ook wel eens inspecteurs langs om in de boeken te kijken. Dat is een eerlijke zaak.”
„Ook in vreedzame landen als Nederland of Zweden maken chemische fabrieken producten die als grondstof voor wapens kunnen dienen. Dat moet je uitsluiten. En dat kan alleen door inspecties.”
Is de totale uitbanning van chemische wapens na tien jaar dichterbij gekomen?
„Ja. Diverse landen hebben hun wapens opgegeven. Ook in Irak blijkt alles te zijn vernietigd, terwijl dat land niet eens bij het verdrag was aangesloten. Ik denk daarom dat de OPCW heel succesvol kan zijn.”
Welke tegenwind is er in de strijd tegen chemische wapens?
„Sommige landen zijn nog niet bij het verdrag aangesloten. Het gaat dan bijvoorbeeld om Egypte, Syrië, Iran en Israël. Het argument van de eerste drie landen is dat ze zich bewapenen omdat Israël kernwapens heeft.”
Valt daar iets aan te veranderen?
„In de vredesakkoorden van Madrid begin jaren negentig staan afspraken over ontwapening zodra er een vredesakkoord is. Maar ja, dat akkoord is er nog niet. Ik zou zeggen: Laat nu alvast de wapens los.”
Maar erkent u dan wel het veiligheidsprobleem van die landen?
„Jazeker wel. Maar massavernietigingswapens zijn daartegen geen oplossing. Als Zweden en Nederland zonder deze wapens kunnen samenleven, kunnen andere landen dat ook.”
„Als wij worden bedreigd door een land dat chemische wapens heeft, moeten we duidelijk maken dat wij nooit met dezelfde middelen zullen terugslaan. Na de Golfoorlog heb ik aan de toenmalige president Bush gevraagd of hij chemische of zelfs nucleaire wapens zou hebben ingezet als Irak chemische wapens tegen hem zou gebruiken. Heel nadrukkelijk zei hij dat hij dat nooit zou hebben gedaan. De consequenties voor de burgers van Irak zouden desastreus zijn geweest.”
De internationale gemeenschap probeert momenteel Iran te overtuigen zijn nucleaire programma op te geven. Hoe loopt dat?
„Je moet in elk geval zeggen dat de Europeanen, Amerikanen en Russen heel goed samenwerken. Tegelijk is het nogal een moeilijk probleem. Iran voelt zich van alle kanten bedreigd. Het is ingeklemd tussen de Arabische landen en Afghanistan en Pakistan. Bovendien heeft het een vete met Israël. Veel landen in de omgeving zijn bang voor Iran, en andersom. Om Teheran te overtuigen moet je dat probleem allereerst erkennen.”
„Iran denkt die dreiging af te weren met een atoombom. Ik denk dat het goed is als daar sancties op volgen. Maar er moet ook meer gebeuren. Het probleem is pas opgelost als er een vredesplan voor de hele regio komt.”
Wie of wat zou daarin het voortouw kunnen nemen?
„Alleen de Verenigde Staten. Je staat er trouwens van te kijken hoeveel gezamenlijke belangen Iran en Amerika hebben. Beide vechten ze tegen de taliban. Beide hebben ze last van de opiumhandel vanuit Afghanistan. Ze zouden veel meer samen kunnen optrekken.”
„Op dit moment is Irak het grote gevaar. Als de Amerikanen daar weggaan, kunnen Iraakse wetenschappers een kernbom maken. De kennis daarvoor is er. Iran is daar terecht bang voor.”
Toch lijkt uw plan voor een vredesplan voor het hele Midden-Oosten wat al te idealistisch om reëel te zijn.
De grijze diplomaat haalt zijn schouders op. „Misschien, maar het is de enige weg. Zolang Israël atoomwapens heeft, blijft Iran zich bedreigd voelen. En als Iran ook zover komt, willen de buren niet achterblijven. Die wedloop kun je alleen stoppen door een akkoord waarbij ze alle betrokken zijn. Daarom is het een onderwerp voor vandaag en niet voor morgen.”