Mobiel bellen neemt in Europa grote vlucht
Mobiel bellen heeft in Europa de laatste drie jaar een enorme vlucht genomen. Drie op de vier inwoners van EU-lidstaten beschikken inmiddels over een gsm-toestel. In 1998 gold dat nog maar voor 22 procent van de Europeanen.
Dat blijkt uit een jaarrapport over liberalisering van de telecomsector in Europa, dat eurocommissaris Liikanen (telecom) woensdag in Brussel heeft gepresenteerd. In landen als Italië is de omzet van mobiele gesprekken en communicatie via vaste lijnen inmiddels even groot. In Nederland heeft de vaste telefonie nog maar een voorsprong van 5 procent op mobiele gesprekken. Liikanen verwacht dat volgend jaar de helft van alle telecommunicatie via mobiele toestellen verloopt. Een op de drie Europese gezinnen beschikt inmiddels over een internetaansluiting, zo blijkt uit het jaarrapport.
De Finse eurocommissaris Liikanen vindt wel dat de gesprekskosten van mobiele gesprekken omlaag moeten. Vooral de communicatie van vaste telefoons naar gsm-toestellen is te duur, meent hij. Daarvoor liggen de kosten gemiddeld tien keer hoger dan die voor gesprekken tussen twee vaste toestellen.
De kosten voor lange-afstandsgesprekken van bijvoorbeeld drie minuten zijn sinds 1998 met 45 procent gedaald. Ook heeft de consument in twaalf lidstaten voor vaste en mobiele communicatie nu de keuze uit zeker vijf telecomoperatoren. Volgens Liikanen is dit „een teken dat de liberalisering van de telecommarkt heeft gewerkt”.
Toch is de liberalisering nog lang niet afgerond. Op België, Zweden, Finland en Denemarken hebben de EU-lidstaten onvoldoende werk gemaakt van het vrijgeven van het laatste stukje telecomnetwerk, tussen de hoofdlijn en elke woning. Daardoor blijft het moeilijk consumenten tegelijkertijd bij verschillende operatoren vaste telefonie en internetaansluiting te regelen.
Daardoor blijft de consument sterk afhankelijk van de aanbieder van vaste lijnen voor toegang tot internet. Dit remt de ontwikkeling van internet en geeft Europa een economische achterstand op de Verenigde Staten, zo meent Liikanen. Samen met Europees commissaris Monti (concurrentiebeleid) zal hij eind volgende maand een officiële procedure beginnen tegen die lidstaten die het laatste stukje netwerk, de zogeheten ’local loop’, nog niet helemaal geliberaliseerd hebben.
Terugval
De telecomsector lijkt overigens niet te lijden onder de terugval van de economie. Tegen eind dit jaar zal de omzet in de telecommunicatie in de hele EU 218 miljard euro bedragen. Dat is een groei van 9,5 procent, terwijl de stijging van de omzet eerder dit jaar nog op 9 procent werd geraamd.