„Kinderen houden van klassieke muziek”
De auteurs van ”Luisterland” zijn het roerend met elkaar eens: goede muziek is belangrijk voor mensen. Daarom is het volgens hen zaak dat leerlingen op de basisschool al getraind worden in het luisteren. Piet Baaijens en Mar van der Veer: „Kinderen houden van klassieke muziek.”
Ze vonden elkaar toen ze erachter kwamen dat ze beiden met hetzelfde bezig waren. Mar van der Veer (55) uit Zierikzee moest een workshop verzorgen over het luisteren naar muziek. Hij ontdekte dat er in Nederland voor iets dergelijks geen materiaal voorhanden was. Daarom schreef de docent muziek aan de christelijke scholengemeenschap Prins Maurits in Middelharnis naar het idee van een Canadese luistermethode zelf op een speelse manier en in beeldende taal enkele voorbeelden.Piet Baaijens (54) uit Ridderkerk was deelnemer aan de bewuste workshop. Het idee sprak hem zodanig aan, dat hij voor ’zijn’ basisschool, de Ds. G. H. Kerstenschool in Ridderkerk, zelf aan de slag ging. Hij selecteerde muziekfragmenten en schreef er begeleidende teksten bij.
Toen drs. N. J. Teerds van schoolbegeleidingsdienst BGS aan Van der Veer vroeg of hij een luistermethode wilde schrijven, bleek dat Baaijens ook al met iets dergelijks bezig was. Het drietal sloeg de handen ineen, uitgeverij Groen Educatief zag brood in de uitgave, en het eerste resultaat verschijnt dezer dagen: ”Luisterland. Een dagelijkse reisgids voor klassieke muziek op de basisschool”. De ”reisgids” omvat vijf jaargangen, te beginnen bij groep 4. De eerste twee delen verschijnen nu, de delen voor groep 6 en 7 zullen waarschijnlijk in het voorjaar leverbaar zijn, terwijl het laatste deel, voor groep 8, op z’n vroegst zomer 2008 klaar zal zijn.
Vertrouwd
Het concept is eenvoudig. Iedere schoolweek staat één luisterfragment centraal. Bijvoorbeeld ”Für Elise” van Beethoven, of ”Tritsch Tratsch Polka” van Johann Strauss jr. Iedere dag klinkt hetzelfde stukje muziek. Daaraan voorafgaand leest de leerkracht steeds een kort stukje tekst, dat elke dag een nieuw aspect van het muziekfragment belicht. Aan het eind van de week zijn de kinderen vertrouwd geraakt met het fragment. Het is echt hún muziek geworden, aldus de auteurs.
Kan ieder kind klassieke muziek leren waarderen?
Baaijens: „Ik doe dit in Ridderkerk nu al jaren. Mijn ervaring is dat geen enkel kind zich bewust onwillig opstelt. Natuurlijk is er verschil tussen het ene en het andere kind. Sommigen worden heel enthousiast en gaan zich er echt in verdiepen. Er was een meisje van 12 jaar dat voor haar verjaardag een doos met 30 cd’s met klassieke muziek wilde hebben. Dat geldt niet voor alle kinderen. Maar je kunt hen wel allemaal leren de taal van klassieke muziek te verstaan.”
Van der Veer: „Muziek neemt in ieders leven een belangrijke plaats in, ook in dat van kinderen. Alleen is het aanbod vaak eenzijdig. Velen gaan ervan uit dat klassieke muziek saai en zwaar en moeilijk is voor kinderen. Daarom krijgen ze, ook in oude schoolmethodes, vaak populaire eigentijdse muziek aangeboden. Daarmee wordt hun echter een geweldige schat aan klassiek repertoire onthouden. Ons uitgangspunt is dat kinderen wel degelijk geboeid kunnen raken door eeuwenoude muziek. Met alleen klagen over de aantrekkingskracht van verkeerde muziek kom je niet verder. Wij willen met onze methode een goed alternatief bieden.”
Het is wel belangrijk het repertoire op een aantrekkelijke manier te presenteren, stellen de auteurs. „Je probeert bij ieder muziekfragment beelden op te roepen: een schoolplein, een vakantie of een droom. Of je neemt hen mee in de tijd: een denkbeeldig bezoek aan de componist of een kijkje bij het repeteren. Zo hoop je dat zo’n stuk voor hen gaat leven.”
Vrouwenstemmen
Baaijens en Van der Veer kozen voor iedere jaargang 35 muziekfragmenten. Van de ene componist meerdere, van de andere één. Vivaldi komt bijvoorbeeld in groep 4 twee keer aan de orde, Händel drie keer, terwijl van Mozart vijf fragmenten zijn opgenomen. „Kinderen houden van Mozart.” In de ideale situatie hebben de kinderen aan het eind van groep 8 kennisgemaakt met 175 stukjes muziek.
Baaijens zocht steeds de luisterfragmenten uit, terwijl Van der Veer de begeleidende teksten schreef. Ter ondersteuning van de leerkracht schreef Baaijens van iedere componist van wie een muziekstuk is opgenomen een korte biografie. Ook is een beknopt overzicht van de muziekgeschiedenis opgenomen.
De ”reisgids” laat de hele breedte van de klassieke muziek zien, van de middeleeuwen tot de 20e eeuw. Er gelden maar een paar criteria. De fragmenten moeten niet langer dan vijf minuten duren. „Daarbij wilden we liever niet knippen in grotere werken. Muziek van laatromantici als Bruckner en Wagner is dan ook vaak niet bruikbaar.” Ook moeten de eventueel gezongen teksten, vaak in een andere taal, te begrijpen zijn voor de leerlingen.
In de praktijk is het Baaijens verder gebleken dat vrouwenstemmen in opera’s vaak niet goed vallen bij leerlingen. „Er ontstaat dan in veel gevallen gegiechel en rumoer, waardoor het luisterexperiment bij voorbaat mislukt is.”
Dan was er nog een beperking: de muziek moet voorkomen in het fonds van Brilliant Classics, het label dat z’n producten in Nederland via Kruidvat distribueert. Brilliant Classics zorgt namelijk voor de cd’s die bij ”Luisterland” gevoegd zijn.
Binnen deze marges komt een scala aan klassieke muziek aan bod: van Vivaldi tot Grieg, van Bach tot Strauss, van Händel tot Tsjaikovski. Concertante muziek, maar ook kerkmuziek.
De auteurs richten zich dan ook op de hele breedte van het basisonderwijs: openbaar, protestants-christelijk en reformatorisch. En er is behoefte aan hun luistergids, stellen ze. „Van alle kanten komt de vraag wanneer die mappen nu komen.” Het is volgens Baaijens en Van der Veer dan ook een unieke uitgave in Nederland.
Vast tijdstip
De auteurs wijzen er met nadruk op dat hun luistergids op geen enkele manier de gangbare muziekmethode wil verdringen. „Het actief muziek maken door de leerlingen staat hier los van. Dat is heel belangrijk. Wij willen daarnaast echter bereiken dat kinderen óók leren lúísteren naar goede muziek.”
Ze pleiten ervoor dat een leerkracht iedere dag op een vast tijdstip een luistermoment inbouwt. Bijvoorbeeld elke ochtend na de pauze. „Dat kan heel veel rust in de klas brengen.”
Uw methode vraagt nogal wat van een leerkracht…
„Inderdaad, dit vraagt discipline. Ons concept staat of valt dan ook met de houding van de leerkracht. Hij of zij moet enthousiasme uitstralen. Als degene voor de klas laat merken dat hij of zij er niets aan vindt, is het project bij voorbaat mislukt.”
Niet iedere leerkracht is muzikaal.
Baaijens: „Dat klopt. Maar dat hoeft ook niet. Ik heb ook jaren biologie gegeven, terwijl ik niet zo veel met dat vak heb. Als een school besluit dat onze methode wordt ingevoerd, dan mag je verwachten dat elke leerkracht zich loyaal opstelt.
Ik ken trouwens ook genoeg voorbeelden van onderwijzers die graag meer zouden willen weten van klassieke muziek, maar die er eenvoudigweg niet aan toekomen. Ze hebben vaak in hun jeugd niet zo veel bagage op dit gebied meegekregen. Bij het ouder worden neemt dan de interesse voor klassieke muziek toe. Voor hen zijn de biografieën en het overzicht van de muziekgeschiedenis heel nuttig. Ik heb van veel leerkrachten in mijn omgeving die er al mee werken positieve reacties gehad. Wat dat betreft zijn we hoopvol gestemd.”
Georg Friedrich Händel: Water Music
„Deze week ligt Luisterland aan de overkant van de zee. Lang geleden woonde daar een componist die Georg Friedrich Händel heette. Eens wilde hij mooie muziek maken voor de koning. Hij had gehoord dat de koning zou gaan varen. Daarom zette hij zijn muzikanten in een boot. Als de koning voorbij zou varen, moesten ze allemaal gaan spelen! Hoe dat ging, kunnen we lezen in een boekje van een muzikant die trompet speelde op die muziekboot. Het was een prachtig avontuur! Luister je mee?
Londen, 14 juli 1717. Vandaag hebben we flink moeten oefenen in de paleiszaal! Toen ik mijn trompet aan het einde van de middag in de trompetdoos deed, was ik echt moe. Georg Friedrich Händel, de componist van de muziek, wilde dat zijn nieuwe stuk heel goed zou klinken. Het leuke vind ik dat de trompetten vaak moeten spelen. Gelukkig moeten de violen beginnen. Dan heb ik tijd om me klaar te maken om hun wijsje over te nemen. En nu maar hopen dat onze Engelse koning George blij zal zijn als hij deze muziek hoort. Het zal me een feest worden!”
Uit: ”Luisterland”, groep 4, lesweek 3, maandag.