Sri Lankaan is de burgeroorlog meer dan moe
GORINCHEM - In Sri Lanka woedt al jaren strijd tussen Tamiltijgers en Singalese regeringstroepen. Zeker 70.000 mensen vonden sinds het begin van de burgeroorlog in 1983 de dood. Tamilpredikant dr. S. Jeyanesan aarzelt niet de situatie als hopeloos te omschrijven. Toch wil hij de moed niet opgeven. De Sri Lankaanse christenen kunnen volgens hem een belangrijke rol vervullen in het realiseren van een vreedzaam Sri Lanka.
In 2002 kwam het via Noorse bemiddeling tot een staakt-het-vuren tussen Tamiltijgers en Singalezen, een overeenkomst die in februari 2006 nog eens door beide partijen werd bekrachtigd. Sindsdien zijn er echter weer honderden doden gevallen en is er van een bestand niets meer te merken. Geen situatie die vrolijk stemt, erkent ds. Jeyanesan, die enkele dagen te gast was in Nederland. Via zijn organisatie Ladder of Hope, een partnerorganisatie van Woord en Daad, probeert hij echter hoop te brengen in zijn land: voor Tamils (zo’n 18 procent van de bevolking) én Singalezen (75 procent).Jeyanesan voelt zich daartoe geroepen vanwege de nood die hij om zich heen ziet en „vanwege de opdracht van Jezus Christus om zorg te dragen voor de naaste.” Zonder aan die oproep gehoor te geven is een kerk geen kerk, stelt hij.
Vanuit zijn St. John’s Church in Batticaloa, een grote stad in het oosten van Sri Lanka, werkt de predikant al jaren onder slachtoffers van de burgeroorlog. Jeyanesan is predikant van de Kerk van Zuid-India (CSI). Een van de 21 bisdommen van deze Indiase protestantse kerk ligt in Sri Lanka. Protestanten vormen niet meer dan 1 procent van de bevolking van dat land.
Jeyanesan is er zich van bewust dat dit een kleine minderheid is. In totaal, dus samen met de rooms-katholieken, vormen de christenen 7 procent van de bevolking. Ongeveer 71 procent van de bevolking is boeddhist en 17 procent is hindoe. Volgens Jeyanesan zijn alle boeddhisten Singalees, en alle hindoes Tamil. Het christendom is de enige religie die onder beide bevolkingsgroepen aanhangers heeft. Daarin ziet hij grote mogelijkheden. „Wij bevinden ons als christenen in een bevoorrechte positie. We kunnen een brug slaan tussen beide etnische groeperingen.”
Jeyanesan erkent dat beide groeperingen daar echter niet op zitten te wachten. „Er is soms behoorlijke tegenstand. Er zijn kerkgebouwen in brand gestoken en voorgangers vermoord. Maar de kerk groeit. Jezus heeft ons nergens beloofd dat het ons als christenen voor de wind zal gaan, integendeel: Hij heeft ons opgeroepen ons kruis op ons te nemen. Maar de kerk bloeit juist in de verdrukking.”
De predikant, gepromoveerd op een proefschrift over theologie en zending in oorlogsgebieden, onderstreept dat de boeddhistische en hindoeïstische religie sterk verworteld is in de cultuur. Het christendom is jarenlang vooral een westerse godsdienst geweest voor de Indiër en de Sri Lankaan. Jeyanesan pleit daarom voor een vorm van christendom die dieper de cultuur ingaat en antwoorden zoekt op de specifieke vragen van de inwoners van Sri Lanka, zonder daarbij tekort te doen aan de kern van de christelijke leer. „Het huidige christendom is niet geworteld in de bodem van mijn land. Het gaat erom dat we de historische verhalen uit de Bijbel overzetten naar de situatie van vandaag. Wat heeft het te zeggen over hiv, aids? Wat over kindersterfte? Wat over de tsunami van 2004?”
Jeyanesan merkt dat de mensen de oorlog meer dan moe zijn. Zo’n 100.000 mensen leven in vluchtelingenkampen binnen Sri Lanka, terwijl 1,5 miljoen mensen zijn gevlucht naar naburige landen. Dit zijn met name de intelligentsia. De Tamiltijgers rekruteren ondertussen kinderen in de vluchtelingenkampen. „De vluchtelingen missen alles: hun huizen, hun cultuur, onderwijs. Kinderen zijn daardoor een gemakkelijke prooi voor de rebellen.”
Ook rond de stad Batticaloa, officieel in handen van de regering, is het blijvend onrustig. Jeyanesan: „De huidige situatie is zo dat we niet kunnen werken aan de verdere ontwikkeling van ons programma, maar ons moeten concentreren op de instandhouding ervan.”
Jeyanesan pleit voor meer druk vanuit westerse regeringen op de Sri Lankaanse regering en de rebellen, maar de enige oplossing ligt uiteindelijk in nieuwe onderhandelingen. „Tamils en Singalezen zullen elkaar als mensen in de ogen moeten kijken en respect voor elkaar moeten tonen. Menselijkerwijs zie ik dat nog niet zo snel gebeuren, maar als christen weiger ik de moed op te geven.”