Economie

Impuls kapitaalmarkt arme landen

DEN HAAG - Een voetbalteam uit de vijfde klasse opwerken naar de eredivisie: het is geen kleinigheidje, maar niet ondenkbaar. Met de kapitaalmarkt in de armste landen moet het de komende jaren net zo gaan, zegt de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO.

Sal Stam (ANP)
5 September 2007 11:21Gewijzigd op 14 November 2020 05:04
ARNOLD ...zaak van lange adem... Foto ANP
ARNOLD ...zaak van lange adem... Foto ANP

Woensdag lanceerde FMO een fonds dat de ontwikkeling van deze kapitaalmarkten een impuls moet geven. Een initiatief met een „grote ontwikkelingsimpact.”Het fonds moet lokale ondernemers in ontwikkelingslanden verlossen van een probleem waar ze al jaren tegen aanlopen. Voor een beetje investering zijn die aangewezen op leningen in dollars of andere harde valuta’s. Op het moment dat de lokale munt gaat kelderen hebben zij een groot probleem, want afbetalen wordt plots een stuk duurder. Het nieuwe fonds waarin FMO het voortouw heeft genomen moet dit probleem ondervangen. Het fonds is bestemd voor leningen in lokale valuta van in totaal 1,2 miljard dollar. FMO hoopt zo dat de particuliere sector en daarmee ook de economie van ontwikkelingslanden een impuls krijgen.

Het fonds TCX kon worden opgezet op basis van twee eenvoudige economische principes. Het is ten eerste opgebouwd uit twintig verschillende valuta’s, waardoor het zogeheten valutarisico wordt gespreid. Tegelijkertijd wordt het risico ook gedeeld, want FMO doet niet als enige mee. Naast de Nederlandse ontwikkelingsbank nemen ook onder meer ABN AMRO, Oikokredit, het ministerie voor Ontwikkelingssamenwerking en enkele buitenlandse banken deel aan het fonds. In totaal zijn er elf spelers, maar de Nederlandse bijdrage is verreweg het grootst.

Ontwikkelingsbanken hebben jarenlang niets willen weten van leningen in lokale valuta. De economieën waar het geld heen moest gaan, waren niet stabiel of anders was er wel sprake van politieke onrust. Dus stroomden er alleen dollars of bijvoorbeeld euro’s naar het land in kwestie. „Het risico was eenvoudigweg te groot en dus werd het afgewenteld op het land zelf”, zegt FMO-bestuursvoorzitter Arthur Arnold.

Het gevolg hiervan is geweest dat arme landen geen eigen kapitaalmarkt hebben kunnen ontwikkelen. Ondernemers maar ook gewone particulieren zijn daardoor veelal aangewezen op de lokale geldmarkt voor kortlopende leningen. Wie een huis koopt, kan dus hooguit voor een jaar een lening krijgen. Daarna is het maar afwachten of er geld beschikbaar is. „Dat hangt als een soort zwaard van Damocles boven je hoofd”, aldus Arnold. „In westerse economieën zijn dit soort situaties ondenkbaar.”

Toch blijken langlopende leningen in lokale valuta wel degelijk levensvatbaar te zijn, zo heeft FMO zelf inmiddels ervaren. De Nederlandse ontwikkelingsbank heeft op kleinere schaal geëxperimenteerd en hoopt nu dat TCX op grotere schaal navolging krijgt. „The sky is the limit als de rest van de ontwikkelingsmarkt dit oppakt”, zegt Arnold. Hij heeft daar overigens goede hoop op. IFC (de private arm van de Wereldbank) heeft aangekondigd dat ze een vergelijkbaar project wil opzetten.

Volgens de bestuursvoorzitter van FMO kan het nog wel tientallen jaren duren voordat de kapitaalmarkten in de armste landen tot wasdom zijn gekomen. „Het is een zaak van lange adem, maar het is positief dat we nu zo ver zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer