Buitenland

De Praagse zomer

Het water van de Moldau was nauwelijks terug in de bedding of de camera’s vertrokken uit Praag. Precies een maand na ”de vloed van de eeuw” is de wanhoop in de getroffen stadsdelen echter volop tastbaar. Net als in de provincie, waar honderden dorpen ontwricht raakten door het kolkende water. Bericht uit de Bohemer muziekstad: waar de blazers zijn vervangen door heteluchtkanonnen en de slagwerkers door mannen met pneumatische hamers. Verenigd in de symfonie der ontredderden.

Niek Sterk
13 September 2002 17:53Gewijzigd op 13 November 2020 23:48

Wat gebeurt er als dagelijks 1 miljoen metroklanten bovengronds blijven en in de tram stappen omdat het rivierwater de metrobuizen en -stations in bezit nam? De taferelen bij de tramhaltes toveren een glimlach op het gezicht van veel inwoners van de Gouden Stad. Twee mensen stappen uit, vijf anderen wurmen zich naar binnen, in een ruimte die er niet is. Omvallen kan niet, de reizigers staan strak tegen elkaar, onvermijdbaar en ongewenst intiem. Maar niemand klaagt.

Sinds begin vorige week geldt een officiële alternatieve dienstregeling: de inderhaast ingelaste tramlijn X-A volgt bovengronds zo veel mogelijk metroroute A (noordwest-zuidoost), tramlijn X-B doet dat voor metroroute B (zuidwest-noordoost). Ook het trammaterieel dat al aan de kant stond omdat het Praagse openbaar vervoer volop moderniseert, kachelt in colonne door stadscentrum en buitenwijken. Als er weer een straat is schoongepoetst en dichtgelegd, komt er zomaar een lusje bij.

Metrolijn C wordt zo goed en zo kwaad als dat gaat vervangen door buslijn X-C. Ieder die maar enigszins een bus of tram kan besturen, is dezer dagen paraat. Volgens een optimistische verwachting kan in oktober een deel van de C-lijn weer open. Voor de andere twee lijnen is het vooruitzicht minder hoopvol: het zal zeker 2003 worden voordat de ondergrondse infrastructuur is hersteld. Tot die tijd rijden wat metrostellen slechts onder een enkele buitenwijk. Bijvoorbeeld ten zuiden en oosten van Smichovski Nadrazi, het zuidelijkste knooppunt van trein, tram, metro en bus.

Watermerk
Ook iedereen die handig is met een pneumatische hamer of troffel maakt op dit moment lange dagen in Praag. Een groot deel van de wijk Mala Strana, op de westoever van de Moldau, kreeg 3 tot 4 meter water over zich heen. Alle restaurants, muziekhuizen, bierkelders en hotels in het gebied kijken op tegen een torenhoge waterschade. Huis aan huis staat het grove materieel van slopers en aannemers op de stoep. Voordat de wederopbouw begint, moet er eerst volop worden afgebroken. Het nu al geschilderde ’watermerk’ op de muur van een bistro onder aan de Karelsbrug lijkt wat overdreven: de vuile strepen tekenen alom de hoogte van het water af. Omdat Praag, net als Rome, op zeven heuvels is gebouwd, varieerde de waterhoogte in eenzelfde stadsdeel nogal.

Mala Strana en Kampa, het romantische wandelgebied op de westoever ten zuiden van de Karelsbrug, zijn zwaar getroffen. Kampa is nog immer afgesloten van de buitenwereld, om de boel niet nog verder te beschadigen. De oever sloeg er grotendeels weg, inclusief de terrasjes.

De Joodse wijk Josefov met z’n synagogen en de legendarische dodenakker, en de Oude Stad, nabij de eerste grote Moldaubocht, liepen flink schade op. Het had nog veel erger kunnen zijn als de nooddijk van metalen schotten en zandzakken het had begeven.

Evengoed dobberde het complete archief van het concertgebouw Rudolfinum in het vuile rivierwater. Dvoráks erfenis kan alleen nog worden gered door die in te vriezen, met aansluitend een dure, specialistische droogbehandeling. Heteluchtkanonnen -waaronder ook Nederlandse apparaten- proberen de souterrains droog te blazen, maar vooralsnog blijft het een klamme stinkboel onder de muziektempel aan het plein van Jan Palach.

Karlin
Het ergst eraan toe is de wijk Karlin, oostelijk van Stare Mesto (Oude Stad). Evenwijdig aan de rivier lopende dure winkelstraten geven de aanblik van een stad in oorlogstijd na zware gevechten. De massaal te hulp geschoten legervoertuigen roepen de herinnering op aan de Praagse Lente van 1968, toen de Russen de naar vrijheid hunkerende Tsjechen hardhandig tot de communistische orde riepen.

In wat eerder een textiel- en galanteriewinkel was, maar nu is verworden tot een natte spelonk, werken twee leraren zich met mokers in het zweet om de dikke pleisterlaag van de muren te slaan. Petr Broz (37) is leraar geschiedenis op een Praags gymnasium en woonde tot de vloed met vrouw en kind boven de winkel. Zijn vriend Hynek Lauschmann (47) helpt hem bij het uitzichtloze werk. Diens colleges aan de technische universiteit van Praag zijn nog niet gestart. „Ik beoefen voorlopig eerst de praktijk”, lacht Lauschmann.

Broz vertelt waarom de pleisterlaag in alle getroffen gebieden zowel van de binnen- als van de buitenkant af moet. „Doen we dat niet, dan blijven de muren nog twintig jaar nat. Het vocht moet er zo snel mogelijk uit. Als straks de winter invalt en de vorst toeslaat, verpulvert het water dat in de muur zit door uitzetting de hele constructie.” Broz ontdekte in het woongedeelte boven de winkel diverse scheuren. Op dit moment woont hij in het huis van een zwager die tijdelijk in het buitenland verblijft. Hij weet niet of hij ooit nog terug kan keren naar zijn eigen stek.

B-lijst
Zijn huis in de spookwijk Karlin staat op de B-lijst, wat zoveel inhoudt dat de bouwinspectie nog moet langskomen om te bepalen of het huis wel kan blijven staan. Verschillende gebouwen in de buurt begaven het al spontaan, die vormen samen met de zichtbaar onbewoonbaar geraakte panden de C-klasse. Hoe groot de A-klasse van te behouden panden uit zal vallen, weet niemand, maar de schattingen zijn pessimistisch.

Lauschmann legt uit waarom Karlin relatief zo zwaar getroffen is. „Ken je de gelijkenis van het huis op de rots en het huis op het zand? Karlin ligt laag, en is gebouwd op een dode arm van de Moldau. De ondergrond bestaat uit zand. Met veel zwakke plekken erin, waar de instabiele bodem tijdens de watervloed spontaan instortte.”

Iets verderop, in het park naast de Cyril- en Metodej-kerk, ligt het hoofdkwartier van de Tsjechische krijgsmacht, die op volle sterkte is ingezet om de ergste nood te lenigen. Het Rode Kruis vangt er in grote tenten vertwijfelde buurtbewoners op. Ook staat er een tent waarin geestelijke hulp wordt geboden, want, zegt geestelijk verzorger Vaclav Lerch, er lopen mensen in de wijk die volledig verslagen zijn bij de aanblik van de verwoesting en de wetenschap dat de weg terug heel lang zal zijn. Her en der in de wijk liggen enorme bergen met stinkende huisraad en etensvoorraden. Een jakkerende wind jaagt wolken stof en een geur van ontbinding door de desolate straten.

Pur-schuim
Op diverse plaatsen in Karlin en elders waren mensen in de nacht van 13 op 14 augustus creatief in de weer met tempex en pur-schuim om het water te weren, maar dat lukte alleen op de hoger gelegen delen, waar het water niet metershoog reikte. Bij de Petruskerk aan het Petrska lijkt die inspanning aardig gelukt. De zware kerkdeuren zitten rondom strak in het pur-schuim gespoten en de schade binnen bleef daardoor beperkt.

Iets terug, op de grens van de Oude Stad en Karlin, staat hotel Opera, vóór de val van de Muur een aftands gebouw waarin grote groepen goedkoop onderdak vonden. Na 1989 is het omgetoverd tot een prestigieus viersterrenhotel met 67 kamers die 140 euro per nacht kosten. Voorlopig wordt er echter geen kroon verdiend, vertelt portier Pavel Jarda, die op de stoep naast de entree voorbijgangers in de gaten houdt. Anders gaan ze er vandoor met het geschonden meubilair dat in de lounge staat opgestapeld.

Het totaalbedrag van de schade die het hotel leed en lijdt is onbekend, zegt Jarda. De verzekering werkt zich suf en had nog geen tijd om langs te komen, maar gaf in elk geval een voorschot zodat de renovatie alvast kon beginnen. De portier verwacht dat het hotel eind deze maand in elk geval weer gedeeltelijk open zal zijn. Erger is het gesteld met het nabijgelegen Hiltonhotel op het Ostrov Stvanice, een van de eilanden in de Moldau. „Dat is totaal beschadigd, veel erger dan het onze. Het gaat niet voor volgend jaar open.”

Zbrazlav
Zijn de puinhopen in de stad aanzienlijk en zal de restauratie lang duren, minstens zo erg is de situatie buiten Praag. Een Tsjechische krant drukte deze week een kaart af met de streken en dorpen waar de waterschade groot is. Het zijn er honderden. In het noorden is bijvoorbeeld het dorp Zalezlice bijna geheel van de kaart geveegd.

Ten zuiden van Praag, waar de zijrivier Berounka samenvloeit met de Moldau, kregen de inwoners van Lahovice en Zbraslav twee watervloeden te verwerken. Eerst overspoelde de Moldau beide plaatsen met vele meters. Toen het water even zakte, kwam er direct een tweede golf vanuit de Berounka overheen. Burgemeester Frantisek Kadlecek (59) van Zbraslav pakt een grote luchtfoto van z’n bureau om de toestand van 13 en 14 augustus te illustreren, toen de beide stadjes verdwenen in een groot binnenmeer dat spontaan ontstond. „Alles en iedereen moest worden geëvacueerd.”

In zijn gemeentehuis hangen waarschuwingen dat ieder die het pand betreedt de maatregelen ter desinfectie in acht dient te nemen, want een epidemie breekt zomaar uit. „Tot nu toe zijn er geen problemen, ook niet in de opvang, waar velen samen zijn, maar we moeten voorzichtig zijn.” Op een plattegrond schetst Kadlecek het stadsgedeelte waar minstens 400 huizen zwaar beschadigd raakten. „Veel ervan kunnen we zo afbreken, verder moeten we afwachten wat de winter ons zal brengen.”

In Zbraslav keken vele generaties met ontzag naar het ’watermerk’ van de legendarische vloed van 1890. Inmiddels is die aanduiding ruw verdrongen door de nieuwe: 1,80 meter hoger dan die hoogste stand van de Moldau in de 19e eeuw. Tijdens het gesprek met Kadlecek rinkelt zijn telefoon onafgebroken. „Op dit moment kost het veel moeite om mensen voor langere tijd ondergebracht te krijgen. De eerste paar weken gaat dat allemaal wel, maar waar moet je op de lange duur heen met al die evacués?”

Nukken
Van de muziekschool dreven veel instrumenten weg, vleugels bleven onherstelbaar beschadigd achter. Kadlecek: „We waren alleen gewaarschuwd voor een zogenaamde twintigjaarsvloed, en we zijn vertrouwd met de nukken van het water. Wat er nu op ons afkwam, had echter niemand voorzien. Het kwam zó snel dat we zo goed als niets meer konden doen. Direct na de eerste waarschuwing was de zondvloed er al. Niemand, ook de hoogste autoriteiten niet, had enig benul van wat er aan water op ons afstormde.”

Of zijn stad in de toekomst tegen zulke vloeden te beveiligen is, betwijfelt de burgemeester. „De rivier neemt af en toe wat haar toekomt, daar valt mee te leven. Een beetje schade is normaal als je aan het water woont. Maar tegen een vloed als deze is volgens mij geen enkel kruid gewassen. Daar kun je ook geen dijken tegen bouwen.”

Te midden van de grote misère oogt Kadlecek niet gedesillusioneerd. „Ik moet wel optimistisch zijn, want aan een burgemeester die in een hoekje zit te huilen hebben mijn mensen niets. Ik hoop dat we snel kunnen herbouwen. De tekenen wijzen erop dat de financiële hulp uit het buitenland behoorlijk zal zijn. Zonder zal het ook niet gaan.”

Buiten ligt de Moldau in haar bedding alsof er niets is gebeurd. Stinken doet ze wel behoorlijk, want bij de vloed raakten alle waterzuiveringsinstallaties in het stroomgebied beschadigd, voor een deel definitief. Voordat die schade is weggewerkt, zal er nog veel vuil water door de rivierbedding gaan. De ooit zo fraaie uiterwaarden moeten komende tijd worden ontdaan van talloze omgetrokken bomen, restanten van huizen en bergen rottend vuil. Over de vervuiling door ondergelopen industriegebieden en tankstations denken ze in Zbraslav liever nog even niet.

Op de Praagse Karelsbrug gaat het ruw afgebroken toeristenseizoen inmiddels volop door. Op twee plekken werken bouwvakkers beschadigingen aan de brug weg. De houten beschermingsconstructies die voor elke pijler staan, hangen er verlept en hier en daar onttakeld bij. Dat de prachtige brug het hield, heet een wonder. Daarvoor moesten stroomopwaarts wel losgeslagen schepen worden opgeblazen.

Het zogenaamde duizendjaarswater trok een spoor van vernieling door Oostenrijk, Tsjechië en Duitsland. Het kostte meer dan 100 doden in het stroomgebied van Moldau en Elbe. „De veelbezongen Moldau zal nooit meer dezelfde zijn,” zegt een galeriehouder die dicht bij de brug zijn nering had, maar nu elders bivakkeert. „Die lieflijkheid bleek maar schijn. Ze was opeens een veelkoppig monster dat ons verscheurde. Misschien moeten we meer gaan rekenen met haar ware aard.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer