Plasterk: Europa is wetenschappelijk ontwikkelingsland
UTRECHT (ANP) – Europa is een wetenschappelijk ontwikkelingsland. Dat heeft onderwijsminister Plasterk maandag gezegd bij de opening van het academisch jaar. Volgens de PvdA’er moet Europa leren van de universiteiten in de Verenigde Staten en Groot–Brittannië.
De hiërarchische structuur van de Europese universiteiten „heeft in enkele decennia een einde gemaakt aan de dominante positie die Europa in de wetenschap had, en van Europa een wetenschappelijk ontwikkelingsland gemaakt", stelt Plasterk.Om de wetenschap op het hoogste niveau te brengen, moeten jonge, excellente onderzoekers meer ruimte krijgen, vindt Plasterk. „De meeste ontdekkingen die Nobelprijzen opleveren zijn gedaan door mensen onder de dertig, en bijna nooit door mensen boven de veertig."
Jonge slimmeriken moeten zelf kunnen bepalen wat zij willen onderzoeken, niet hun hoogleraren of de bestuurders aan universiteiten, aldus de minister. Plasterk besloot onlangs het geld voor onderzoek anders te verdelen. Voortaan gaat meer geld naar beurzen voor jonge wetenschappers.
De roep om briljante studenten en onderzoekers beter te ondersteunen wordt breed gedragen. „Als we Nederland willen laten groeien, is het nodig dat we bijzondere mensen koesteren, prestaties belonen en de middelmaat niet als maatstaf nemen", stelt VVD–leider Mark Rutte.
Ook alle voormannen van de universiteiten hebben aan het begin van het academisch jaar aandacht voor excellentie. Volgens collegevoorzitter Yvonne van Rooy van de Universiteit Utrecht zijn Frankrijk en Duitsland al op weg om de slimmeriken op hun universiteiten de mogelijkheid te geven boven het maaiveld uit te steken.
Paul van der Heijden, rector magnificus van de Universiteit Leiden, en collega Frank van der Duyn van de Universiteit van Tilburg willen dat Nederlandse universiteiten meer excellente mensen uit het buitenland aantrekken.
Volgens minister Maria van der Hoeven van Economische Zaken kunnen meer buitenlandse studenten de concurrentie tussen toptalent bevorderen. Nederland kan een voorbeeld nemen aan landen als Nieuw–Zeeland en Australië, waar minstens tien procent van de studenten uit het buitenland komt.
In Nederland stijgt het percentage buitenlandse studenten, maar „we komen nog steeds niet hoger dan 5 procent. En toeval of niet: ook ons percentage toppers blijft fors achter bij die landen."
Minister Plasterk zegt verbaasd te zijn over de kritiek van universiteiten omdat het totale budget door de verandering gelijk blijft. Sterker, universiteiten hoeven niet meer bij te dragen aan die beurzen. Bovendien komt er op Prinsjesdag veel geld voor onderzoek bij, belooft hij.
Niet alleen op het gebied van onderzoek spreekt Plasterk van een ontwikkelingsland. „Nederland scoort samen met Botswana het laagst als het gaat om vrouwelijke hoogleraren", aldus de minister.
Minister–president Balkenende pleitte dinsdag bij de Universiteit Wageningen voor meer excellentie en ondernemerschap. In zijn toespraak ter gelegenheid van de opening van het academisch jaar zet hij zijn visie uiteen op de toekomst van de Nederlandse economie en maatschappij.
„Het huidige welvaartspeil van Nederland is niet vanzelfsprekend. Er zal veel inspanning nodig zijn om dat welvaartspeil te behouden en verder uit te bouwen. Daar is kennis, innovatie en ondernemerschap voor nodig. Studenten en universiteiten moeten geen genoegen nemen met een zesje en middelmatigheid tot deugd verheffen. We zullen de mentaliteit van middelmatigheid achter ons moeten laten en het ondernemersbloed sneller door onze aderen moeten laten stromen", aldus de minister–president.