„Nederlander heeft weinig decorumgevoel”
DEN HAAG - Staan Nederlanders in het buitenland te boek als botteriken? „Dat valt wel mee. We zijn vooral zakelijk ingesteld. En we hebben een gebrek aan gevoel voor decorum dat blijkt wel weer.” Kamerlid Van Bommel had beter kunnen weten: „Pas altijd op in je benadering van vrouwen.”
SP-Kamerlid Van Bommel complimenteert een vrouw in Jordanië met haar schoonheid, en veroorzaakt meteen een rel? Internationaal consulent Jan ter Haar kan er smakelijk om lachen. Hij werkt voor de Kamer van Koophandel Haaglanden en heeft 38 jaar handelservaring in het Midden-Oosten. Hij heeft wel een beetje met Van Bommel te doen. „Typisch zo’n misverstand. Een Nederlandse vrouw zou het compliment ongetwijfeld zeer hebben kunnen waarderen.”Anderzijds: Van Bommel had beter kunnen weten, blijkt uit het relaas van Ter Haar. Hij geeft al jarenlang trainingen aan zakenlui die hun zinnen op het Midden-Oosten hebben gezet. „Ik waarschuw altijd: Pas altijd op in je benadering van vrouwen daar.”
Ter Haar: „Dames hebben een totaal andere rol in het Midden-Oosten. Ze vormen een beschermd onderdeel van de cultuur. En ook al hebben ze soms een officiële rol, in een zakendelegatie bijvoorbeeld, dan moet je nog goed oppassen met wat je zegt. Houd het strikt zakelijk.”
Staan Nederlanders in het buitenland echt als lomp te boek, en bot? Dat valt wel mee, denkt Ter Haar. „Wij staan juist bekend als zakelijke mensen die hun afspraken nakomen. Een echte handelsnatie. Af en toe zijn we dus wat direct, en te zakelijk soms. Net als Noord-Amerikanen. Na een paar minuten ’smalltalk’, stappen wij over naar de zaken. Dat werkt in het Midden-Oosten natuurlijk anders. Daar informeer je uitgebreid naar elkaars toestand.” Lachend: „De lunches duren daar een stuk langer.”
Jaap Vossestein, intercultureel trainer aan het Tropeninstituut (KIT) in Amsterdam, onderschrijft dit. „Zijn we lomp? Een beetje wel. We zijn een volkje van flapuits. We hebben hier geen hiërarchie, en daarom ook weinig gevoel voor decorum. We hebben het graag over de inhoud, en over „dit vind ik.””
Vossestein: „We zijn betrekkelijk informeel, en weinig gewend om de kat eens uit de boom te kijken. Wat Van Bommel deed was dus niet zo handig. Schoonheid is niet iets waar je het over hebt daar, tijdens zo’n missie. Die mevrouw was waarschijnlijk niet zozeer beledigd, maar veeleer in verlegenheid gebracht, ook ten opzichte van haar landgenoten.”
Annelies Tichelaar van de ANWB zegt geen informatie te hebben die erop wijst dat Nederlanders negatief te boek staan in het buitenland. „Nog nooit van gehoord. Wij houden ons bovendien vooral bezig met de voorbereidingen van iemands reis. Inentingen, verkeersregels et cetera. Adviezen over etiquette gaan ons een stap te ver. Daar zullen mensen zich zelf in moeten verdiepen.”
De ANVR, brancheorganisatie voor touroperators, is dezelfde mening toegedaan. „We waarschuwen alleen soms, juist bij reizen naar het Midden-Oosten. Fotografeer niet zomaar iedereen, bijvoorbeeld. Dat voorkomt een teleurstellende reiservaring.”
Vrouwen complimenteren is niet echt een manier om het ijs te breken, zo blijkt nu weer. Maar niet getreurd, aldus consulent Jan ter Haar. „Eén ding gaat ook in het Midden-Oosten op: sport verbroedert. Zorg dat je iets afweet van de lokaal populaire sporten, voetbal bijvoorbeeld.
Sport wel dus. Maar geloof niet, aldus Ter Haar. „Begin daar niet over. Dat geeft misverstanden.” En politiek? „Absoluut links laten liggen. Verdiep je liever in het land zelf: Hoe heet de president, bijvoorbeeld. En leer een paar woorden Arabisch.”
Ter Haar reisde veel in zijn leven, ook naar het Verre Oosten. Daar gelden weer heel andere regels over hoffelijkheid, zo ondervond hij in Singapore. „Ik werd bij een bedrijf voorgesteld aan een mevrouw met de naam Wauw. Haar baas zei bij het voorstellen, als teken van compliment: „Ze heet zoals ze eruitziet.” Zo’n opmerking zou in het Midden-Oosten absoluut niet kunnen.”