VN sturen extra teams voor hulp na ramp in Peru
LIMA - Slachtoffers van de aardbeving in Peru beklagen zich over de slechte coördinatie van overheidszijde bij hulpacties. Dit meldde een woordvoerder van de hulporganisatie SOS-Kinderdorpen dinsdag. De Verenigde Naties sturen daarom extra teams die de internationale hulp beter moeten coördineren.
De hulp concentreert zich tot nu toe op de centra van de zwaar getroffen steden Ica, Pisco, Chincha en Canete en bereikt de omringende dorpen niet. Mensen die niet in de stad leven, hebben geen toegang tot drinkwater en andere levensmiddelen. In totaal zijn zeker 176.000 mensen dakloos geworden na de aardbeving van vorige week woensdag.Het Rode Kruis liet dinsdag weten zijn hulp aan Peru te verdrievoudigen van 1,3 tot 3,4 miljoen euro. Het extra geld wordt uitgegeven aan dekens, watercontainers, waterzuiveringsvoorzieningen en andere essentiële benodigdheden. Het Wereld Voedselprogramma heeft inmiddels 500 ton voedsel over het getroffen gebied verspreid. Vanuit Ecuador wordt 100 ton voedsel ingevlogen.
Ook logistieke problemen maken de hulp er niet sneller en makkelijker op. De belangrijkste weg vanaf Lima naar het zuidelijk gelegen Pisco is verwoest. De Peruaanse autoriteiten hebben een luchtbrug opgezet om Pisco in te komen. In de stad zelf is zeker 70 procent van de gebouwen vernietigd. Van het historische centrum staat nog maar 2 procent overeind.
De autoriteiten hebben twee veldhospitalen in Pisco geplaatst, nadat het lokale ziekenhuis en vier andere gezondheidscentra verwoest bleken. Volgens een woordvoerster van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn er voldoende artsen.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag ontraadt mensen op reis te gaan naar de getroffen gebieden. Vanwege ongeregeldheden hebben de Peruaanse autoriteiten voor de plaatsen Chincha en Pisco tijdelijk een avondklok ingesteld van zeven uur ’s avonds tot zeven uur ’s ochtends, zo liet het ministerie dinsdag weten. Voor zover bekend zijn er onder de slachtoffers van de aardbeving geen Nederlanders.
Minister Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) geeft een half miljoen euro aan Peru. Het geld zal vooral gebruikt worden voor tenten, voedsel, medicijnen, water, sanitaire voorzieningen, psychologische hulp en een eerste aanzet tot wederopbouw.
Volgens voorlopige schattingen zijn ruim 500 mensen omgekomen bij de aardbeving, die een kracht had van 7,9 op de schaal van Richter. Ruim duizend mensen zijn gewond geraakt en meer dan 35.000 huizen zijn verwoest.