Geertsema, geboren in 1904, stond vanaf 1934 in Dwingeloo. In dorp en omgeving wordt hij beschouwd als de geestelijk leider van het verzet tegen de Duitse bezetter. Vanaf de kansel bestreed hij de nazi’s en hij was actief bij de verspreiding van het illegale verzetsblad Trouw. Ook gaven zijn vrouw en hij meermalen onderdak aan onderduikers, onder wie het Joodse echtpaar Soesan-Brilleman. Bij het verzet in Diever was hij betrokken als adviseur.Op 19 oktober 1944 werd hij in de vroege morgen gearresteerd door landwachters van de ”bloedgroep Norg”. Tot 16 januari 1945 verbleef hij in de gevangenis in Assen. Ook daar bleef hij zijn ambt trouw. Hij preekte en ging voor in gebed via open celluikjes om zo ook daar vervolgden tot hulp en troost te zijn.

Vanuit Assen werd hij met 120 andere gevangenen op transport gesteld naar het concentratiekamp Neuengamme. Vermoedelijk is hij van daaruit terechtgekomen aan boord van de Cap Arcona, een van de drie schepen met ongeveer 8000 gevangenen die op 3 mei 1945 door Britse bommenwerpers werden aangevallen. Aangenomen wordt dat ds. Geertsema bij deze aanval om het leven is gekomen.

Zijn zoon, dr. Sietse Geertsema, oud-conrector van het Menso Alting College in Hoogeveen, neemt morgen de oorkonde en de bijbehorende medaille in ontvangst. Het Joodse echtpaar Soesan-Brilleman heeft de oorlog overleefd en is in december 1945 in de gereformeerde kerk van Dwingeloo gedoopt.