Buitenland

In Zuid-Afrika zal niemand pleiten voor verbod op Koran

KAAPSTAD - Zuid-Afrika is het meest zuidelijke land ter wereld met een omvangrijke moslimbevolking. Moslimhaat bestaat er echter niet en niemand zal ook maar een moment overwegen om te pleiten voor een verbod op de Koran.

Van onze correspondent
14 August 2007 10:17Gewijzigd op 14 November 2020 05:01
KAAPSTAD – Hoewel de verhoudingen tussen moslims en niet moslims in Zuid Afrika goed zijn, roeren islamitische Zuid Afrikanen zich wel regelmatig. Aan de vooravond van de Amerikaans Britse invasie van Irak in 2003, betoogden Zuid Afrikaanse moslims massaa
KAAPSTAD – Hoewel de verhoudingen tussen moslims en niet moslims in Zuid Afrika goed zijn, roeren islamitische Zuid Afrikanen zich wel regelmatig. Aan de vooravond van de Amerikaans Britse invasie van Irak in 2003, betoogden Zuid Afrikaanse moslims massaa

Het exacte aantal moslims in Zuid-Afrika is niet bekend. Gissingen schommelen tussen de 740.000 en de 2 miljoen. Dat niet precies bekend is hoeveel het er zijn, komt doordat op volkstellingsformulieren het vermelden van de godsdienst die iemand aanhangt, niet verplicht is. Bovendien, en dat is vermoedelijk de echte reden, heeft Zuid-Afrika niet te maken met radicale imams, laat staan met zelfmoordcommando’s. Moslimhaat kennen ze er evenmin.De moslims van Zuid-Afrika kwamen vrijwel tegelijk met de blanken naar de Kaap. In 1652 stichtte VOC-koopman Jan van Riebeeck een Nederlandse nederzetting waar nu Kaapstad ligt. Niet lang daarna arriveerde uit het toenmalige Nederlands-Oost-Indië de eerste groep Indische bannelingen, mensen die tegen het VOC-bestuur op Java in opstand waren gekomen omdat zij hun godsdienst niet vrijelijk konden belijden. Zij vormden de kern van de moslimgemeenschap aan de Kaap. De mensen van deze gemeenschap staan nu bekend als de Kaapse kleurlingen. Overigens duurde het tot 1804 voordat in de Kaap volledige godsdienstvrijheid een feit zou zijn. Die werd ingesteld door de toenmalige gouverneur, de Nederlander Uitenhage de Mist.

De huidige premier van de Kaapprovincie, Ebrahim Rasool, zelf moslim, zegt: „De moslimgemeenschap aan de Kaap heeft door de eeuwen heen moeten vechten, eerst om het verkrijgen van erkenning van hun godsdienst en daarna om sociale gelijkstelling. Dat laatste gebeurde met name tijdens de apartheid.

In de ANC-regering, die in 1994 aan het bewind kwam, kwamen betrekkelijk veel moslims terecht, als beloning voor hun aandeel in de strijd tegen de apartheid.

In de grondwet van het nieuwe Zuid-Afrika zijn godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting sterk verankerd. Volgens Rasool kan de hele wereld een voorbeeld nemen aan de manier waarop Zuid-Afrika zijn culturele en religieuze minderheden koestert en beschermt.

De ambtswoning van premier Ebrahim Rasool staat tegen de helling van de Tafelberg en heet Leeuwenhof. Het is een landhuis, stammend uit de achttiende eeuw en tot voor kort beroemd om zijn rijkgevulde wijnkelder. Maar sinds Rasool daar woont, wordt de kelder niet meer gebruikt voor de opslag van alcohol. Rasool is getrouw aan de eisen van zijn geloof. „Maar”, zegt hij, „ik ben behoorlijk trots op het feit dat de Zuid-Afrikaanse moslims vrijelijk omgaan met mensen van een ander geloof, christelijk, joods of wat dan ook.”

Hoewel er in Zuid-Afrika geen sprake is van vrouwenonderdrukking, zoals tegenstanders van de Koran in met name West-Europa beweren, hebben Zuid-Afrikaanse moslimvrouwen daar geen unanieme mening over. „Ik denk dat alle moslims in de Kaap moderne mensen zijn, wonend in een rechtsstaat met een moderne economie. Ik beoefen de tradities en de cultuur van mijn geloof, maar ik weiger gesluierd door het leven te gaan”, zegt Raasia MacDonald (33), echtgenote van de (blanke) woordvoerder van de Kaapse regering, Robert, die zelf ook moslim is. „Raasia laat zich door niemand iets voorschrijven”, beaamt hij.

Maar in de straat waar zij wonen, zijn ten minste drie vrouwen die wel totaal, van top tot teen, gesluierd zijn. Een van hen, de 32-jarige S. Jackson, die weigert tegenover een vreemde man haar voornaam te noemen, zegt dat zij dit doet uit respect voor Allah en omdat het bij de islam hoort. En ook uit respect voor haar echtgenoot, die niet bang hoeft te zijn dat andere mannen naar haar kijken met „lusbelaaide gedagtes”, zoals ze het in het Afrikaans noemt. Overigens komt gesluierde kleding in de Kaap veel minder voor dan onder de moslims in de provincie Kwazulu-Natal, die overwegend van Indiase afkomst zijn.

De meningen over vrouwenrechten lopen binnen de Kaapse moslimgemeenschap uiteen. De voorzitter van de Juridische Moslim Raad, Yusuf Karaan, meent dat de Kaapse moslimvrouwen meer rechten hebben dan vrouwen in andere islamitische landen. Karaan: „In Zuid-Afrika mogen moslimmannen trouwen met joden en christenen, maar niet met atheïsten of hindoes.” Maar daaraan voegt hij onmiddellijk toe, in het Afrikaans: „Maar in Suid-Afrika mag moslemvroue nie met andere trou nie want die gevaar is dat hul mans hulle sal weglei van islam af.” Zo staat het inderdaad omschreven in de plaatselijke moslimregels, in tegenstelling tot in bijvoorbeeld een uitgesproken moslimland als Saudi-Arabië. Hoe kan hij dan zeggen dat Zuid-Afrika zo veel vrijer is? „Saoedie-Arabië is so oorweldigend moslim dat dit nie ’n bedreiging sou wees nie”, antwoordt hij zonder aarzeling.

De Kaapse kleurlingen, dus ook de moslims onder hen, gebruiken als huistaal overwegend het Afrikaans, zoals dat ook door circa 3 miljoen blanken wordt gesproken. In feite is het eerste Afrikaanstalige boek dat in Zuid-Afrika is verschenen, een vertaling van een Arabisch boek. Het werd geschreven door de Kaapse Sheikh Ishmuniyu en in 1856 uitgegeven door de van oorsprong Nederlandse uitgever Marthinus Schonegevel. Het duurde tot 1958 voordat de Koran in het Afrikaans werd vertaald.

De Kaapse moslims voeren in deze jaren van sociale en religieuze vrijheid een andere strijd, namelijk tegen drugs. Het is vooral onder de jeugd in de sloppenwijken rond Kaapstad een enorm probleem. Sommige moslims verwijten hun leiders dat deze zich meer bemoeien met moslimproblemen in andere delen van de wereld dan met de problemen in de eigen gelederen.

Faeeza Abrahams woont in de kleurlingwijk Mitchellsplain en is moeder van twee kinderen die allebei verslaafd zijn aan heroïne. „Onze imams willen graag werelds doen en zich mengen in het internationale verzet tegen het Westen. Ze hebben een hoge dunk van zichzelf, maar willen van de problemen in de moslimsloppen niets weten”, zegt Faeeza.

Zij werd enkele jaren geleden lid van de organisatie Pagad, afkorting van People against Gangsterism and Drugs. Pagad bond de strijd aan tegen drugbendes en drugdealers. Maar de organisatie kwam enkele jaren geleden in handen van extremistische moslims, die de shariawetgeving bepleitten en niet zozeer meer tegen bendes en drugs streden, maar tegen het liberalisme, dat onder de Kaapse moslims de laatste tijd van de grond is gekomen. De Zuid-Afrikaanse politie kon in Pagad infiltreren en de leiders voor de rechter brengen. De meeste Pagadleiders zitten gevangenisstraffen uit wegens moord en van de organisatie is feitelijk niets meer over. Het drugsprobleem is gebleven.

Met dat extremisme valt het echter wel mee, want zelfmoordacties tegen andersdenkenden zijn nog niet voorgekomen en de moslimgemeenschap van Zuid-Afrika heeft in 2001 unaniem de aanslag op de Twin Towers in New York scherp veroordeeld. Hoewel, Yusuf Karaan bevestigt dat ook onder de Zuid-Afrikaanse moslims de verontwaardiging groot was, maar zegt er meteen bij: „Toch is er langzamerhand het gevoel ontstaan dat die aanslag goed was. De Amerikanen hebben hun verdiende loon gekregen, want ze willen de politieman van de hele wereld uithangen.” En hoewel Yusuf onomwonden zegt dat Saddam Hussein een onderdrukker was en geen sympathie van de moslims van Zuid-Afrika kon verwachten, laat hij zich sterk uit tegen de „Amerikaanse bezetting van moslimgrond.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer