Videodialoog overbrugt kloof tussen Westen en Arabische wereld
NEW YORK (IPS) - Je komt uit bed, sprint naar school in je pyjama en ontmoet je vrienden uit Egypte, Nederland, België en Marokko. Voor studenten uit Europa, de Verenigde Staten en het Midden-Oosten die meedoen aan het Soliya Connect Programme, begint de dialoog met een webcam en een lach.
Soliya, afgeleid van sol (het Latijnse woord voor zon) en iya (Arabisch voor lichtstraal), brengt groepen van acht universiteitstudenten uit de wereld samen via onlinevideoconferencing, met de bedoeling een brug te slaan tussen het Westen en de Arabische wereld.„Relaties en direct menselijk contact zorgen ervoor dat mensen dingen op een opener en meer vertrouwenwekkende manier bespreken”, zegt Lucas Welch, voorzitter van Soliya. „We vinden dat interculturele ervaring een fundamenteel onderdeel van het hoger onderwijs moet zijn en dat die in belangrijke mate bijdraagt aan de vorming van wereldburgers.”
Het Connect Programme begon in 2003 op vijf universiteiten. Er doen inmiddels zo’n 800 studenten aan mee op dertig universiteiten, inclusief Harvard en Georgetown in de Verenigde Staten, de Universiteit van Amsterdam, de American University in Caïro en de Al-Akhawayn Universiteit in Marokko.
Volgens Welch volgen de meeste studenten het programma als verplicht onderdeel. Maar op sommige universiteiten, zoals de volledig door vrouwen bevolkte universiteit Dar Al Hekma in Jeddah (Saudi-Arabië), is het een activiteit die buiten het normale studieprogramma om gevolgd kan worden.
Studenten die het programma volgen, doen mee aan een wekelijkse chat van twee uur. Daarnaast wisselen ze videofilmpjes uit die hun kijk op de huidige wereld illustreren. Ook schrijven ze samen met twee of drie studenten binnen hun discussiegroep een artikel.
„De video was het meest interessante deel van het programma. Tijdens de voorbereiding had ik het gevoel dat ik in een andere wereld verkeerde”, zegt oud-deelnemer Sultan H. al-Nehyan, student aan de American University of Sharjah en afkomstig van de Verenigde Arabische Emiraten.
Als studenten met verschillende referentiekaders samen aan een artikel werken over actuele gebeurtenissen, is een gezamenlijke, uniforme conclusie zelden een haalbaar eindresultaat. Dat is geen probleem, vinden de organisatoren en begeleiders van Soliya.
David Specht, Soliyabegeleider aan Woodbury College in Vermont, vertelt dat een joodse student uit de VS en een moslimstudent uit het Midden-Oosten samen een artikel schreven over de Palestijnse kwestie. Volgens Specht raakten de twee studenten in zijn discussiegroep gefrustreerd omdat ze niet tot een gezamenlijke conclusie konden komen. Uiteindelijk werden twee verschillende visies op de zaak beschreven, gebaseerd op hun eigen achtergrond en geloof. „Het stuk liet beide kanten van de zaak zien en stelde de ene visie niet boven de andere, door geforceerd tot een eindconclusie te komen”, zegt Specht.
Ondanks Welchs aanvankelijke angst dat Soliya zou uitlopen op verbale oorlogen of een forum voor uitwisseling van ongenuanceerde kritiek, verliepen de meeste discussies ordelijk en constructief.
„Er zijn geen ruzies ontstaan, er werden op een vriendelijke manier argumenten uitgewisseld over kwesties waarbij verschillen van inzicht en interpretatie bestonden”, zegt Al-Nehyan over zijn voormalige onlinegroep. „Dat was bij alle discussies zo en dat is ook cruciaal als je op een beschaafde manier met elkaar wilt omgaan: luisteren naar elkaar, de mening van een ander respecteren en rustig communiceren.”
„Er waren grote meningsverschillen, maar het liep nooit uit de hand”, zegt Ryan Merchant, die onlangs afstudeerde aan de universiteit van Georgetown. „Er is nooit geschreeuwd en niemand haakte af. Eerder het tegenovergestelde. Ik had niet verwacht dat de gesprekken zo open zouden zijn. Over werk, school, seksualiteit, relaties, religie, noem maar op. We hebben het overal over gehad.”
Hoewel de meeste studenten en begeleiders positief zijn over de virtuele communicatie, zijn er nog wel een paar structurele en technologische hindernissen die ervoor zorgen dat Soliya niet helemaal kan functioneren zoals gewenst. Alle gesprekken worden momenteel gevoerd in het Engels. Hoewel elke groep een paar begeleiders heeft die vloeiend Engels of Arabisch kunnen, zijn er ook die alleen maar één Engelssprekende begeleider hebben. „Voor studenten die Engels als tweede taal spreken, is dat een aanzienlijk nadeel”, zegt Specht. „Daardoor kunnen zij hun gedachten minder sterk onder woorden brengen.”