Onderzoek naar herstel landgoed Buckhorst
ZALK - De besturen van de gemeente Kampen en de provincie Overijssel laten onderzoeken of het voormalige landgoed Buckhorst bij Zalk in ere kan worden gesteld.
Een door de besturen ingestelde projectgroep moet nagaan in hoeverre de grachten en de lanenstructuur van het voormalige kasteel weer zichtbaar kunnen worden gemaakt.Herbouw van het kasteel is volgens cultuurwethouder De Goede niet aan de orde, al sluit hij niet uit dat het landgoed in de toekomst een toeristisch en historisch herkenningspunt kan worden. Over de kosten van de opknapbeurt is nog niets bekend.
Kasteel De Buckhorst werd in 1841 afgebroken. Alleen de slotgracht en de waterput bleven over. Op het terrein staat nu een boerderij. In vroeger eeuwen stond Zalk ook wel bekend als ”de heerlijkheid van de heren Buckhorst”, genoemd naar de familiegeneraties Buckhorst die vanaf het landgoed de scepter over het gebied zwaaiden. De eerste vermeldingen van het kasteel, ooit een roofridderslot, dateren van 1224, toen het door troepen van de bisschop werd verwoest.
De geschiedenis van de uit de dertiende eeuw stammende St.-Nicolaaskerk van Zalk is met het voormalige landgoed verbonden door het zogeheten recht van collatie. Dit is het oude recht van de bewoners van Buckhorst om in de kerk drie altaren op te richten en te onderhouden.
Bij de Reformatie zijn de altaren uit de kerk verwijderd, maar de familiebezittingen van de familie Buckhorst zijn nog steeds aanwezig.
De laatste slotbewoner was Berend Hendrik baron Bentinck, die ook de naam Buckhorst aannam en op het kasteel zetelde van 1813 tot 1830 als gouverneur van Overijssel. Hij overleed in 1839. Zijn bezittingen werden geveild, waarna het kasteel werd gesloopt.