Natuurlijke ijver
Een natuurlijk mens kan een kind van God niet liefhebben. Het is altijd uit een natuurlijk inzicht, of omdat ze zo vriendelijk, getrouw en geloofbaar zijn. Ze beminnen hen niet omdat de Geest van God in hen woont. Want zo ze de een liefhebben, haten zij de ander. Zij hebben geen liefde tot al de heiligen, zoals de Kolossensen.
Ik ben in mijn plaats predikant geweest en ijverde tegen de zonden. Is dat dan geen teken van genade? Zo ijverde Jehu ook tegen de afgoderij van Achab. En Absalom haatte de onkuisheid van Amnon met zijn zuster Tamar zo dat hij hem daarom doodde. Nochtans waren zij goddeloze mensen.Zo kunt u ook zijn, omdat uw haat en ijver tegen de zonde niet is omdat het een misdaad tegen God is. Dan zou u immers zowel de ene zonde haten als de andere en het allermeest de zonde in eigen hart. Maar het is om ijdele eer of een andere reden. Zo was de ijver van Jehu niet tegen de afgoderij, maar om zijn eigen koninkrijk te bevestigen. Daarom dreigt God hem te straffen. „Ik zal de bloedschulden van Jisreël bezoeken over het huis van Jehu” (Hosea 1:4). Och, zegt u, ik vind in mijn hart een strijd tegen de zonde. Wanneer ik door zwakheid overrompeld word, vind ik toch iets in mijn hart dat er tegenin gaat. Zo was het ook met Bileam.
John Wall, predikant te Londen (”Niemand dan Christus”, 1666)