„Zendingswerk is niet door mensen uitgedacht”
URK - „Zendingswerk is niet door mensen uitgedacht. De oorsprong ervan ligt in de verkiezende God, Die van eeuwigheid een volk uitverkoren heeft. Hij gebruikt zendingswerkers, maar niet de zendingswerker maar God brengt Zijn volk toe, en wel door Zijn Woord.”
Dat zei ds. D. Heemskerk zaterdag tijdens de Urker Mbumazendingsdag in de Jachin-Boazkerk. De hersteld hervormde predikant uit Opheusden sprak naar aanleiding van Johannes 10:16, over de andere schapen die van deze stal niet zijn en die ook toegebracht zullen worden. God is bewogen geweest om Zich een volk tot het eeuwige leven te vergaderen, zei ds. Heemskerk, „en Hij zal ervoor zorgen dat het toegebracht wordt. Hij zal de hindernissen weghalen, ook al zijn ze in Ur zoals Abraham, al zijn ze in Moab zoals Ruth, al zijn ze in de ban van het geld zoals Zacheüs en al zijn ze in de banden van vijandschap zoals Saulus.”Ds. Heemskerk zei dat een aantal zaken voor iedere christen hetzelfde is, of ze nu wonen in Nederland of in Zimbabwe. „Als God het hart raakt, krijgen ze droefheid naar God en komt er ook blijdschap in Christus.” Hij zag hetzelfde verschijnsel door de tijd heen. „Mensen kunnen nu vertroost worden door het lezen van wat een oudvader 400 jaar geleden geschreven heeft. Gods genadewerk overstijgt alles en Hij werkt het Evangelie van vrije genade op dezelfde manier.”
De tweede spreker van de zaterdagmorgen, ds. A. van Voorden van de gereformeerde gemeente in Nederland te De Beek-Uddel, mediteerde over Hooglied 2:14a, waar het gaat over de duif in de kloof der steenrotsen. De predikant zei dat hier een beeld gegeven wordt van de Heere Jezus en Zijn kerk, die met een duif vergeleken wordt. „De Heere maakt de zijnen oprecht als een duif in hun schuldbelijdenis en in hun uitgangen naar de dierbare Zaligmaker.” Verder noemde hij onder andere de reinheid van de duif, wat betekent dat Gods volk zich moet onthouden van de besmetting van de wereld. De predikant zag in de kloof der steenrotsen, waarin de duif verborgen is, de wonden van de Heere Jezus. „De kerk mag schuilen in de wonden van de Middelaar. Kruip maar dieper in die wonden, dan zal men weten dat er kracht van uitgaat voor een schuldige zondaar.”
In de steile plaats zag ds. Van Voorden de volle ontsluiting van de weg der zaligheid. „De duif maakt een hoge vlucht en wordt teruggebracht in het Goddelijke vaderhart. Dan ligt de kerk verankerd in de liefde des Vaders, des Zoons en des heiligen Geestes.”
De eerste spreker tijdens de middagbijeenkomst, predikant van de gereformeerde gemeente van Uddel ds. G. Mouw, sprak naar aanleiding van Psalm 67:3a: „Opdat men op de aarde Uw weg kenne.” De weg van de Heere is een verborgen weg, aldus de predikant. Van nature begeert een mens de weg der zaligheid niet, omdat hij in een actieve doodstaat tegen God verkeert. Het gaat dan ook niet om een weg van beneden naar boven, maar van boven naar beneden.
Ds. Mouw waarschuwde voor nabijkomend werk, dat onderscheiden is van het ware zaligmakende werk. „In het nabijkomend werk wordt de wortel van de zaak gemist, namelijk de liefde. Mensen met nabijkomend werk willen wel naar de hemel, maar ze begeren God en de gemeenschap met Hem niet.” Een kenmerk van het zaligmakend werk, is het ontdekt worden aan de schuld, aldus ds. Mouw.
De laatste spreker, de plaatselijke oud gereformeerde predikant ds. T. Klok, roerde een soortgelijk onderwerp aan, namelijk het verschil tussen algemene werk en het zaligmakende werk van de Heilige Geest. Hij deed dit aan de hand van Johannes 3:3, waar de Heere Jezus spreekt over de wedergeboorte.
Een aantal kenmerken van de algemene en de bijzondere werkingen van de Heilige Geest zijn gelijk, aldus ds. Klok. „Bij de algemene werkingen van de Geest is ook sprake van benauwdheid en angst. Het verschil is te zien in de uitwerking. Bij de algemene werking komt men in de wanhoop terecht of men neemt Christus terstond aan, zonder ooit de ware ellendekennis gehad te hebben.” Een kenmerk van de zaligmakende overtuiging van de Geest is dat de ziel zich onwaardig voor God gaat voelen. „Als het echt werk van de Geest is, leert men zijn doodstaat kennen. De ziel komt hiertoe door de liefde van God, die doet sterven aan eigenliefde.”