„In feite lijkt een gedoogsituatie te bestaan”, zo stelt het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie in het rapport ”Helingpraktijken onder loep”.De helingzaken die geregistreerd worden bij de politie vormen volgens het WODC het topje van de ijsberg. „Het leeuwendeel komt niet eens ter kennis van de politie”, schrijven de onderzoekers. Vaak is heling ’bijvangst’, iets waar de politie tegenaan loopt gedurende een onderzoek naar andere criminele feiten.

Het geringe risico dat deze houding van politie en justitie voor helers oplevert, is voor de meesten van hen een belangrijke reden om te helen, stellen de onderzoekers. Zij vinden dat serieuze politieke aandacht nodig is voor heling. Als de markt voor gestolen waar te groot wordt, kan die een bedreiging vormen voor de reguliere handel. Verder moet de Nederlandse moraal minder los worden en dat kan volgens het WODC bereikt worden door middel van overheidscampagnes.

Auto’s, (brom)fietsen en geld (witwassen) maken samen de helft uit van het aantal geheelde goederen, becijferde het onderzoekscentrum. In de andere helft staat consumentenelektronica bovenaan, gevolgd door kleding, sieraden en genotsmiddelen.

Waren het in de jaren zeventig nog vooral mannen van middelbare leeftijd die heelden, tegenwoordig zijn het veelal jongeren en harddrugsverslaafden. De piek ligt bij 17 jaar, daarna neemt het aantal helers af naarmate de leeftijd stijgt. Van de drugsverslaafde helers zijn veruit de meesten man met een gemiddelde leeftijd van 35 jaar.

Allochtonen zijn onder de groep geregistreerde helers sterk oververtegenwoordigd. De helft van het aantal gevallen van heling wordt gepleegd door allochtonen, terwijl niet meer dan 18 procent van de Nederlandse bevolking van vijftien jaar en ouder allochtoon is. Een op de vijf allochtone helers heeft een Marokkaanse achtergrond, een op de tien een Turkse. Immigranten uit Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba vormen met elkaar 25 procent van de allochtone groep helers.