Gele gevaar
„Tijdens de nieuwjaarsviering in 1670 maken de afgezanten van de buitenlandse handelsnederzettingen hun opwachting in de grote ontvangstzaal van het keizerlijke paleis te Peking”, zo begint een van de vele avonturen van Ping-li-Ping, de keizerlijke schatbewaarder van de Mantsjoedynastie in het China van de 17e eeuw.
De handelsmissie wordt echter ruw verstoord als een samenzwerende generaal de Engelse delegatie in de val lokt en in een ongebruikte kelderruimte opsluit. Groot alarm! Maar gelukkig weet Ping-li-Ping het complot te ontmaskeren en alle belangen veilig te stellen. „Mijne heren, hier zijn onze verdwenen gasten weer! Van hun korte gevangenschap hebben zij geen nadeel ondervonden.”Spaarbankboekje
Pakweg 35 jaar geleden was het voor banken niet zo’n tour de force om klanten te winnen. Van gedoe met doping-Denen had nog niemand gehoord. Als jonge spaarder was je maar wat blij als je tijdens de spaarweek bij de bank voor iedereen het -nog handgeschreven- spaarbankboekje kon omwisselen voor een stripboek van de keizerlijke schatbewaarder.
Nederlandse Ping tegen Ping-li-Ping, wat wilde je nog meer. Rente speelde bij die afweging geen rol. Terecht. Boven orthodoxe klei ademt men vanzelf de woorden van de psalmist: „Wie zal verkeren grote God, in Uwe tent?” Is het niet hij „die nooit zijn geld op rente geeft?” Van halal sparen had toen nog niemand gehoord, laat staan van een minister die de islam als een inspiratiebron van de oer-Hollandse cultuur zou aanprijzen.
Na jaren werd het tijd voor een andere bank. Omdat er toen nog baliemedewerkers waren -van internet(bankieren) had nog niemand gehoord- gaf dé bank die in het universiteitsgebouw aanwezig was het minste gedoe.
De laatste tijd ontstaat er echter allerlei ander gedoe waar je vroeger nooit van had gehoord. Roofridders en sprinkhanen en hoe de durfinvesteerders al niet meer mogen heten, belagen dé bank. Groot alarm! Activistische aandeelhouders houden aan. Veel rumoer: barre claims -LaSalle for sale-, terreinwinnend trio, financieel fortissimo. Wat is het beste bod? Stakeholders steken hun voorkeur niet onder (stoelen of) banken. Maar de shareholders mogen het uiteindelijk zeggen.
Wordt het geen tijd voor een bank die het anders doet? Tijd voor een vraag - snel een formuliertje op internet ingevuld. Tijd voor een antwoord? Ho maar. Na een week of zes kwam het beloofde telefoontje -’s avonds in plaats van ’s ochtends- en ook nog eens van een bankkantoor dat dichter bij Pingjum ligt dan bij de opgegeven postcode. Nog net geen China. En dan fietst plots die domme Deen door je gedachten. Hoeveel anders doen kan een orthodoxe spaarder zich laten welgevallen? Een bank die zichzelf blijft, zou het daar geen tijd voor zijn? Maar welke?
Klap op de vuurpijl
Als klap op de vuurpijl ligt er nu het grote bod voorwaarts. Het zal nog een tour de force worden, maar Ping-li-Ping lijkt zoveel dynastieën later aan een verrassende handelsmissie te zijn begonnen. Zoals in het avonturenboek: „Ik ben uw verrassing!! Ping-li-Ping, uw aloude tegenstander… moge mijn lichamelijk welzijn u onderdompelen in een zee van grote vreugde!” De Engelsen zijn inmiddels in vervoering. Maar zitten we op de oer-Hollandse klei echt te wachten op de Chinese staatsschatbewaarder? Of is er zelfs sprake van het gele gevaar?
Reageren aan scribent? nietbijbroodalleen@refdag.nl.