Kerk & religie

Hof stelt voorganger uit Rusland in het gelijk

STRAATSBURG - Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg heeft onlangs uitgesproken dat de Russische autoriteiten in 2002 ten onrechte een christelijke openluchtdienst hebben verboden. Dat meldt de Noorse nieuwsdienst Forum 18.

Kerkredactie
2 August 2007 09:38Gewijzigd op 14 November 2020 04:59

De zaak waarin het Hof uitspraak deed, was aangespannen door Petr Barankevich, voorganger van een evangelische gemeente in Chekhov, in de buurt van Moskou. In september 2002 vroeg hij de lokale overheid toestemming om een openbare dienst te houden in een stadspark.Toen de plaatselijke autoriteiten toestemming weigerden, ging de voorganger in beroep bij de gemeentelijke rechtbank. Deze sprak uit dat de weigering van de autoriteiten terecht was, omdat de gemeente van Barankevich „een andere godsdienst uitoefent dan de meerderheid van de plaatselijke bevolking.” De rechtbank was ook bang dat toestemming voor een openluchtdienst onvrede zou veroorzaken bij andere kerkgenootschappen en godsdienstige groeperingen, wat tot openbare onrust zou kunnen leiden.

Een regionale rechtbank in Moskou bevestigde dit vonnis. Daarop ging Barankevich in beroep bij het Europees Hof. Dit sprak op 26 juli uit dat de Russische autoriteiten gehandeld hebben in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, dat sinds 1998 ook in Rusland van kracht is. Het is onverenigbaar met de waarden van het verdrag „dat de rechten van een minderheid zouden afhangen van de acceptatie door de meerderheid”, aldus het Hof in zijn uitspraak.

Het Hof sprak ook uit dat de autoriteiten een vergoeding van 6000 euro moeten betalen aan de gemeente. In een reactie op de uitspraak zei Barankevich dat de financiële genoegdoening voor hem minder belangrijk is dan het feit dat zijn rechten gehandhaafd worden.

Eerder dit jaar deed het Hof uitspraak in twee andere zaken op het gebied van de godsdienstvrijheid in Rusland. Het Hof stelde een groep Jehovah’s getuigen en een afdeling van het Leger des Heils in het gelijk. De Jehovah’s getuigen hebben de toegewezen vergoeding nog steeds niet uitbetaald gekregen. De afdeling van het Leger des Heils heeft de financiële compensatie wel binnen de door het Hof gestelde termijn ontvangen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer