In november 2006 kwamen zeker zeventig Amerikaanse militairen om het leven. In april, mei en juni kwam het dodental boven de honderd uit. Sinds de invasie van Irak in maart 2003 zijn daar al zeker 3652 Amerikaanse militairen gesneuveld, aldus een telling van persbureau AP.De op een na hoogste Amerikaanse militair in Irak, generaal Ray Odierno, zei vorige week dat het aantal Amerikaanse slachtoffers was toegenomen aan het begin van het offensief in en rond Bagdad vijf maanden geleden, en dat de huidige daling komt doordat het leger een aantal gebieden nu in handen heeft. Hij zei ook dat het nog te vroeg is om te spreken van een echte trend.

Zeker elf mensen kwamen dinsdag in Irak om door geweld of werden vermoord aangetroffen. Een leraar werd in het westen van Bagdad doodgeschoten toen hij naar zijn werk reed. Ook drie agenten werden doodgeschoten en een Iraakse soldaat kwam om het leven bij een aanslag met een bermbom.

Koerdische leiders in Irak hebben dinsdag gewaarschuwd voor een „echte burgeroorlog” als er voor het einde van het jaar geen referendum komt over de status van de olierijke stad Kirkuk. De regering in Bagdad stelt steeds een referendum uit over de vraag of Kirkuk tot de autonome Koerdische regio in Noord-Irak behoort, klaagde de Koerdische leider Massoud Barzani.

De Koerden sluiten nooit een compromis over Kirkuk, waarschuwde Barzani. Een clausule in de grondwet roept op tot een referendum over Kirkuk voor het einde van het jaar. Als de clausule niet wordt geïmplementeerd, dan volgt een burgeroorlog, zei Barzani.

Koerden die door Saddam Hussein uit Kirkuk zijn verdreven moeten volgens de grondwet de kans krijgen om terug te keren en mee te doen aan het referendum. Sinds de val van Saddam zijn tienduizenden Koerden teruggekeerd naar Kirkuk, maar er is nog geen volkstelling gehouden. De Arabische meerderheid in Irak en de Turkse minderheid in Kirkuk willen niet dat de stad onder de Koerdische regio valt.

De Iraakse president Jalal Talabani heeft dinsdag geprobeerd een politieke crisis af te wenden door het grootste soennitische blok over te halen niet uit het kabinet te stappen en premier Al-Maliki aan te sporen aan de eisen van het blok tegemoet te komen.

Het soennitische blok in de coalitieregering van Al-Maliki, het Iraakse Front van Overeenstemming, schortte vorige week zijn deelname aan het kabinet op en dreigde definitief uit de regering te stappen als zijn eisen niet binnen een week worden ingewilligd. De stap wordt beschouwd als een zware tegenslag voor het streven naar nationale verzoening.