Brussel wil EU voorbereiden op waterstof als krachtbron
Europa moet zich snel en terdege voorbereiden op een toekomst met waterstof als belangrijkste krachtbron. Dat vindt Europees commissaris Busquin (Onderzoek en ontwikkeling), die dinsdag de aanzet heeft gegeven voor het instellen van een studiegroep op hoog niveau.
Deze studiegroep moet op termijn uitgroeien tot een breed platform waarin industrie, wetenschap, politiek en consumentenorganisaties Europa voorbereiden op een grootscheepse aanpassing van energieverbruik- en bronnen.
Waterstofcellen zijn volgens Busquin een milieuvriendelijke energiebron, die tegelijkertijd Europa minder afhankelijk maakt van de olie-industrie. Zonder veranderd energiepatroon is de EU in 2020 voor 90 procent van het energieverbruik afhankelijk van olie.
De Belgische socialist Busquin, zelf natuurkundige, is bevreesd dat Europa de strijd gaat verliezen met Japan en de VS die twee tot drie keer zoveel geld besteden aan onderzoek naar waterstofcellen. De EU trekt hier nu jaarlijks gemiddeld circa 50 tot 60 miljoen euro voor uit. Hij pleit voor hogere onderzoeksuitgaven op dit terrein.
Waterstofcellen kunnen via een eenvoudig procédé waterstof omzetten in bruikbare energie. Vooral de auto-industrie ziet hier ongekende mogelijkheden in.
Het gebruik van waterstof heeft echter enorme gevolgen voor zowel de energie aanleverende industrie als de consument, die bijvoorbeeld op totaal andere wijze een auto moet gaan voltanken. Over een tiental jaar zou waterstof al tegen commercieel aantrekkelijke voorwaarden als brandstof leverbaar kunnen zijn.