Peter Limone, Joseph Salvati en de familieleden van twee in de gevangenis gestorven veroordeelden spanden een proces voor compensatie tegen de federale regering aan, nadat het viertal in 2001 was vrijgesproken van een in 1965 gepleegde moord waarvoor de vier waren veroordeeld en tientallen jaren gevangen zaten.De eisers stelden dat FBI–agenten in Boston ervan op de hoogte waren dat huurmoordenaar Joseph Barboza loog toen hij het viertal als daders aanwees van de moord op Edward Deegan. Barboza zou met zijn leugen andere FBI–informanten de hand boven het hoofd hebben willen houden.

De advocaten van de eisers zeiden dat de veroordeling van het viertal destijds door de FBI ‘aanvaardbare bijkomstige schade’ werd geacht. De dienst was bijzonder ingenomen met de informatie van kroongetuigen in de strijd tegen de maffia.

De regering voerde aan dat de federale autoriteiten niet verplicht waren hun informatie te delen met de openbare aanklagers van de staat die het viertal, Limone, Salvati, Henry Tameleo en Louis Greco, vervolgden. Federale autoriteiten kunnen niet verantwoordelijk worden gesteld voor de uitspraak in een staatsproces, zei de advocaat van het ministerie van justitie.

Salvati en Limone werden vrijgesproken nadat FBI–memo’s over de zaak–Deegan opdoken waaruit bleek dat Barboza het viertal er in had geluisd. Salvati, die levenslang kreeg wegens medeplichtigheid, kwam in 1997 vrij nadat hij 29 jaar gevangen had gezeten. Limone zat 33 jaar vast voordat hij in 2001 op vrije voeten kwam.

De mannen kregen ieder ongeveer een miljoen dollar per jaar dat zij ten onrechte gevangen zaten. Hun vrouwen kregen ongeveer een miljoen dollar en hun in totaal tien kinderen ieder 250.000 dollar.