Nederlander stapt bijna ’t minst in ov
BRUSSEL (ANP) - Nederlanders stappen van alle EU-inwoners zo ongeveer het minst in bus, trein of ander openbaar vervoer. Slechts 11 procent gebruikt het ov als voornaamste vervoermiddel voor de dagelijkse activiteiten. Alleen in Cyprus zit de bevolking minder vaak in het openbaar vervoer, zo blijkt uit een enquête van de Europese Commissie.
Het onderzoek onder 26.000 Europeanen is donderdag openbaar gemaakt.In Nederland is de laatste jaren bezuinigd op openbaar vervoer. Andere landen, zoals België, hebben het vervoer juist uitgebreid en goedkoper gemaakt, waardoor er meer passagiers instapten.
Een deel van de Nederlanders zegt best in het openbaar vervoer te willen stappen als de reistijden of bestemmingen beter worden.
Nederlanders blijken echter ook zeer verknocht aan de auto: meer dan gemiddeld zeggen Nederlanders dat ze nooit minder auto gaan rijden, hoe goed het openbaar vervoer ook wordt. In Nederland is dat 26 procent van de ondervraagden, tegen 22 procent van de Europeanen.
Voor 40 procent is de auto het dagelijkse vervoermiddel, tegen 51 procent in de EU. Nederlanders blijken wel het meest van alle Europeanen te fietsen en te lopen naar de dagelijkse bezigheden (46 procent, tegen 23 procent van de Europeanen).
Mensen blijken niet zozeer bereid meer te gaan lopen, maar willen best milieuvriendelijker rijden. Een verkoopverbod op de vervuilendste automodellen krijgt steun van ruim een op de drie ondervraagden: 37 procent vindt dat de beste methode om CO(in2(-uitstoot van het verkeer tegen te gaan.
PvdA’er Corbey, namens het Europees Parlement specialist in milieuvervuiling door auto’s, is sterk voorstander van een verkoopverbod op vervuilende wagens, zoals bepaalde types SUV’s. „Ik snap niet dat we dat in Europa niet allang hebben gedaan”, zegt ze.
Dat Nederlanders amper in het openbaar vervoer stappen, vindt Corbey erg jammer. „Het komt door de leaseautocultuur in Nederland. Bij een beetje baan krijg je al een auto mee. En het openbaar vervoer in de grote steden moet beter worden.”