Schotel Dwingeloo beweegt na tien jaar weer
DWINGELOO - Tien jaar stond de radiotelescoop in Dwingeloo roerloos naar boven gericht. Vanmiddag moet daar verandering in komen. Vrijwilligers ronden dan een tussenstap in de restauratie af met een test waarbij de schotel weer maximaal wordt gedraaid.
„Een belangrijke mijlpaal”, zo noemt Robert Langenhuysen, initiatiefnemer van de stichting Camras, het draaien van de gigantische radiotelescoop. Het bouwwerk uit 1956 werd jarenlang gebruikt voor het verkennen van de uiterste hoeken van het heelal.Tien jaar geleden trok eigenaar Astron, tevens beheerder van de veertien schotels tellende telescoop vlak bij het voormalige doorgangskamp Westerbork, de stekker uit de Dwingeloose installatie. „Alle energie is toen gestoken in de radiotelescoop van Westerbork. Die kijkt veel scherper”, zegt Langenhuysen.
Het draaien van de schotel, vanmiddag om twee uur, is een tussenstap in de restauratie. Die moet volgend jaar gereed zijn. Tot op heden gaat de meeste aandacht uit naar de mechanische constructie. „Het spannendst is het moment dat de schotel maximaal is gedraaid en naar de horizon wijst. Dan wordt de constructie het zwaarst belast. Gaat dat goed, dan kunnen we met een gerust hart verder werken aan de restauratie. Mocht er iets misgaan, dan heeft dat echter grote gevolgen. Als de schotel ook maar iets scheefzakt, worden de metingen onnauwkeurig.”
De Dwingelootelescoop is een van de eersten ter wereld, zegt Langenhuysen. Radioastronomie ontstond pas na de Tweede Wereldoorlog. Aanvankelijk werden oude Duitse radarschotels gebruikt om radiosignalen uit de ruimte op te vangen. Langenhuysen: „Met het speuren naar radiosignalen kun je hetzelfde bereiken als met het zoeken naar lichtpuntjes, die je opspoort met een gewone telescoop. Beide zijn een vorm van elektromagnetische straling. Sinds de jaren ’50 is de radioastronomie sterk verfijnd. Toch is de telescoop nog goed bruikbaar, bijvoorbeeld voor educatiedoeleinden.”
De begin dit jaar opgerichte stichting Camras -een afkorting van C. A. Muller Radio Astronomie Station- moet de radiotelescoop gaan exploiteren en de herinnering aan prof. C. A. Muller levend houden. Kort na de oorlog was hij een van de drijvende krachten achter de komst van de radiotelescoop. De stichting moet het hebben van vrijwilligers, zegt Langenhuysen. Voor een belangrijk deel betreft het zendamateurs, anderen hebben een onderwijskundige achtergrond, maar elke discipline is welkom.
Het onderwijs krijgt als het aan de stichting ligt een belangrijke rol in de toekomst van de telescoop. „In heel Europa en de Verenigde Staten samen worden tien keer zo weinig technische wetenschappers opgeleid als in India en China. De uitdagingen van de toekomst, bijvoorbeeld het broeikaseffect, vragen echter om goed opgeleide wetenschappers”, denkt Langenhuysen. „Daaraan kan de telescoop een bijdrage leveren. Vrijwilligers kunnen voorlichting geven op basisscholen. Ook universiteiten kunnen we helpen, bijvoorbeeld door het mogelijk te maken de telescoop via internet te bedienen.”
Hoewel de radiotelescoop niet meer professioneel gebruikt gaat worden, sluit Langenhuysen niet uit dat de telescoop nog geschiedenis schrijft. „In het laatste jaar van gebruik heeft de Dwingeloo-installatie nog twee sterrenstelsels ontdekt. Die zijn Dwingeloo I en II genoemd. Ik sluit niet uit dat we ooit nog eens in het heelal iets zien wat niemand eerder heeft gevonden.”
Zie ook: www.camras.nl.