Sluipschutters van de extremistische Fatah al–Islam schoten donderdagochtend twee soldaten dood. Het leger begon daarop een artilleriebarrage op het Palestijnse vluchtelingenkamp waar de terroristen zich hebben verschanst. Daarbij vuurden ze tussen de zes en tien granaten per minuut af op het kamp Nahr al–Bared.Televisiebeelden uit de Noord–Libanese stad toonden rookwolken die opstegen uit het al in puin geschoten kamp. „Het bombardement van vandaag is een eerste stap in de finale slag tegen de terroristen die hebben geweigerd zich over te geven aan het leger", maakte een legerofficier donderdag bekend.

Enkele uren later werd die lezing herroepen. „De huidige operatie maakt nog steeds deel uit van het raamwerk om de strop rond de schutters aan te trekken zodat ze zich overgeven", stond in een door het leger uitgegeven communiqué.

Strijders van de radicale Fatah al–Islam, dat gelieerd zou zijn aan al–Qaeda, zijn al sinds 20 mei in een hevige strijd verwikkeld met regeringstroepen. Meer dan negentig militairen, 75 islamisten en zeker 43 burgers hebben daarbij de dood gevonden. Bijna de hele bevolking van het 31.000 zielen tellende Palestijnse vluchtelingenkamp heeft de wijk genomen.