Waarnemen
Arbeid nu om wijs te worden en neem de tijd waar, terwijl de dagen boos zijn. De genade wordt u nu aangeboden en de deur van de genade staat nog open. Want als de deur dicht is, is er geen genade meer te verwachten.
O, laat ons nu de gelegenheid van de tijd waarnemen. Nu is het de dag om manna te vergaderen dat gevallen is. Er zal een tijd komen dat het niet meer zal vallen. Leg dan, mijn ziel, in deze zeven volle jaren op voor de zeven magere jaren, opdat u uw zorgeloosheid niet te laat beklaagt. Nu wordt de genade aangeboden. Er zal echter een dag komen dat geen van de genadegaven meer zal worden aangeboden, ja, zelfs niet een druppel om uw tong te verkoelen.Welaan dan, mijn ziel, laten wij ons dan wachten om in de zonde te blijven liggen en te slapen. De bekering staat immers niet in het vermogen van de mens. O nee, tenzij God het geeft. In Jeremia staat: „Bekeer ons tot U, zo zullen wij bekeerd zijn. Trek ons en wij zullen U nalopen.” O, laat ons onze bekering niet uitstellen, terwijl God ons roept en de middelen aanbiedt tot onze genezing en zaligheid. Laat ons onze harten niet verharden. Dat vindt nu zo veel plaats en er zijn zo weinig gedachten over de straf die daarop volgen zal.
Cornelis van Niel, predikant te Gameren (”Welriekende balsem”, 1663)