Travis en zijn collega Ryan Lauritsen van Wisconsin en hun collega Andrew Carleton van de universiteit van Pennsylvania probeerden namelijk al jaren uit te vinden of het vliegverkeer invloed heeft op het klimaat. Het ging het drietal hierbij concreet om de invloed van de ijskristallen die ontstaan door de verbranding van straalmotoren van vliegtuigen. IJskristallen vormen de kern van wat men vanaf het aardoppervlak waarneemt als de ’condensstrepen’ die vliegtuigen in de lucht trekken.

Wetenschappelijke computermodellen voldeden niet en vergelijkingen met vliegloze perioden lukten niet, want er wordt altijd gevlogen. De laatste grote vliegpauze was in 1961, toen het vliegverkeer twaalf uur werd stilgelegd tijdens gezamenlijke Amerikaans-Canadese manoeuvres. Maar volgens het geleerde drietal was minstens een vliegloze periode van 24 nodig om betrouwbare gegevens te verzamelen.

Die mogelijkheid kwam na de septemberaanslagen, toen de Amerikaanse en Canadese autoriteiten drie dagen lang het hele Noord-Amerikaanse luchtruim sloten. De drie geleerden grepen deze kans en vroegen daarna de gegevens op van 4000 weerstations en vergeleken die gegevens met de gemiddelde temperaturen van voorgaande jaren. Conclusie: De ijskristallen houden de temperatuur overdag lager en ’s nachts hoger. Het gemiddelde verschil met de vliegloze periode was 1,1 graad Celsius en voor regio’s met druk vliegverkeer zelfs 2 graden.

In wetenschappelijke termijn zijn dit grote verschillen en in een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift Nature wezen de drie professoren erop dat dit belangrijke gevolgen kan hebben voor de landbouw. Sommige gewassen hebben grotere temperatuurverschillen nodig om tot volledige wasdom te komen. Mogelijk worden ook sommige ecosystemen negatief beïnvloed door dit verschijnsel. Met de verwachte verdubbeling van het vliegverkeer in de komende jaren worden de gevolgen van dit effect bovendien nog meer voelbaar. Het enige voordeel is economisch, want de koeling overdag spaart ’s zomers energie voor airconditioning en de opwarming ’s nachts spaart ’s winters energie voor verwarming.